- Maak opdrachten 58 tot en met 67 werkboek blz. 22 en 23- Maak net als de vorige keer kaartjes van de stoffen in tabel 2 en de twee-atomige stoffen (zie film en blz. 91)
- Leer de molecuulformules uit je hoofd.
EN
Je moet de symbolen (blz. 83) uit je hoofd leren. Dit doe je door kaartjes te maken met op de voorkant het symbool en op de achterkant de naam. Je moet dit beide kanten op kennen.