Taal Thema 4 les 7

TAAL
Ik kan een bedrijvende zin omzetten naar een lijdende zin.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

TAAL
Ik kan een bedrijvende zin omzetten naar een lijdende zin.

Slide 1 - Slide

Lijdende en bedrijvende vorm
  1. De man koopt een computer.
  2. Een computer wordt door de man gekocht.
Zin 1 staat in de bedrijvende (actieve vorm). In deze zin staat een werkwoordelijk gezegde (koopt), een onderwerp (de man) en een lijdend voorwerp (een computer).
Deze zin kun je in de lijdende (of passieve) vorm (zin 2) zetten. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Staat deze zin in de lijdende of bedrijvende vorm?
De vrienden spelen het spelletje.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 4 - Quiz

Hoe maak ik van een bedrijvende zin een lijdende zin?
- Je maakt van een bedrijvende zin een lijdende zin door van de persoonsvorm een voltooid deelwoord te maken en het hulpwerkwoord worden te gebruiken.
De vrienden spelen het spelletje
PV = spelen
O = De vrienden
LV = het spelletje

Slide 5 - Slide

Hoe maak ik van een bedrijvende zin een lijdende zin?
De vrienden spelen het spelletje
PV = spelen
O = De vrienden
LV = het spelletje
- Het lijdend voorwerp van de bedrijvende zin wordt het onderwerp in de lijdende zin. 
- Het onderwerp van de bedrijvende zin komt achter door te staan in de lijdende zin. 
Je maakt van een bedrijvende zin een lijdende zin door van de persoonsvorm een voltooid deelwoord te maken en het hulpwerkwoord worden te gebruiken.

Slide 6 - Slide

Hoe maak ik van een bedrijvende zin een lijdende zin?
De vrienden spelen het spelletje
PV = spelen
O = De vrienden
LV = het spelletje
Wordt dus:
Het spelletje wordt gespeeld door de vrienden. 

Slide 7 - Slide

Maak van de bedrijvende zin een lijdende zin.
Inna ontvangt een prijs.
- Je maakt van een bedrijvende zin een lijdende zin door van de persoonsvorm een voltooid deelwoord te maken en het hulpwerkwoord worden te gebruiken.
- Het lijdend voorwerp van de bedrijvende zin wordt het onderwerp in de lijdende zin. 
- Het onderwerp van de bedrijvende zin komt achter door te staan in de lijdende zin. 
 

Slide 8 - Open question

Maak van de bedrijvende zin een lijdende zin.
Ibrahims moeder maakt een stevig ontbijt.
- Je maakt van een bedrijvende zin een lijdende zin door van de persoonsvorm een voltooid deelwoord te maken en het hulpwerkwoord worden te gebruiken.
- Het lijdend voorwerp van de bedrijvende zin wordt het onderwerp in de lijdende zin. 
- Het onderwerp van de bedrijvende zin komt achter door te staan in de lijdende zin. 
 

Slide 9 - Open question

Dit moet ik nog even kwijt.

Slide 10 - Open question

Hier moeten we het het vrijdag echt nog even over hebben!?

Slide 11 - Open question