Grammaire H

Regels in de klas. 
  1. Jas en telefoon bij binnenkomst ophangen.
  2. Boek, etui, schrift en plenda op tafel. 
  3. Je blijft op je stoel zitten.
  4. Je maakt je werk in de klas, anders kom je een uurtje terug. 
  5. Schrijf in je plenda -   les devoirs: De zinnen van Bron G blz. 52 naar het Frans uit je hoofd leren
  6. Schrijf op wanneer jij gaat leren
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Regels in de klas. 
  1. Jas en telefoon bij binnenkomst ophangen.
  2. Boek, etui, schrift en plenda op tafel. 
  3. Je blijft op je stoel zitten.
  4. Je maakt je werk in de klas, anders kom je een uurtje terug. 
  5. Schrijf in je plenda -   les devoirs: De zinnen van Bron G blz. 52 naar het Frans uit je hoofd leren
  6. Schrijf op wanneer jij gaat leren

Slide 1 - Slide

Test je kennis!
Maak gebruik van je boek!

blz. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Het bezittelijk
voornaamwoord in het Nederlands

Slide 4 - Mind map

Het bezittelijk voornaamwoord (NL)
  • Mijn
  • Jouw
  • Zijn/haar
  • Onze
  • Jullie
  • Hun

Slide 5 - Slide


Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 6 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord
in het Frans

Slide 7 - Mind map

Het bezittelijk voornaamwoord (Frans)
  • Mijn = mon, ma, mes
  • Jouw = ton, ta, tes
  • Zijn/haar = son, sa, ses
  • Onze = notre, notre, nos
  • Jullie = votre, votre, vos
  • Hun = leur, leur, leurs
Uitspraak
We gaan het rijtje eerst rustig uitspreken, maar daarna steeds sneller.

Slide 8 - Slide

Wat is het vrouwelijke bvnw?
A
mon
B
ta
C
son
D
leurs

Slide 9 - Quiz

Wat is het meervouds-bvnw?
A
mon
B
ta
C
son
D
leurs

Slide 10 - Quiz

Wat is het bvnw in deze zin?

Quelle est ta matière préférée
A
Quelle est
B
ta
C
matière
D
préférée

Slide 11 - Quiz

Ma matière préférée c'est l'anglais.

Wat betekent 'ma' ?
A
zijn
B
mijn
C
jouw
D
hem/haar

Slide 12 - Quiz

Mon prof préféré c'est Monsieur Conradie

Wat betekent 'mon' ?
A
hun
B
hem/haar
C
jouw
D
mijn

Slide 13 - Quiz

mijn school (m)
A
ma collège
B
mes collège
C
mon collège
D
tes collège

Slide 14 - Quiz

zijn kamer (v)
A
ses chambre
B
son chambre
C
ton chambre
D
sa chambre

Slide 15 - Quiz

jouw spullen (mv)
A
ton affaires
B
tes affaires
C
ta affaires
D
mes affaires

Slide 16 - Quiz

1. (zijn) …………. Stylos

Slide 17 - Open question

2. (haar) ……………… livre

Slide 18 - Open question

3. (hun) …………….. avion

Slide 19 - Open question

4. (mijn)……………..bateau

Slide 20 - Open question

5. (onze) …………………… rentrée

Slide 21 - Open question

6. (onze)……………………… parents

Slide 22 - Open question

7. (jullie) ………………….. copains

Slide 23 - Open question

8. (jouw) ………………….. sac à dos

Slide 24 - Open question

Bon travail!
Ga nu uit je hoofd  de zinnen leren van bron G. blz. 52 in je boek! Deze zinnen komen in je toets volgende week terug!
Hoe kun jij leren? met kaartjes, overschrijven, slimstampen!

Slide 25 - Slide