What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Wiederholung Grammatik Kapitel 2 1-HV
Kies de juiste werkwoordsvorm:
er (hij) ......
A
arbeite
B
arbeitest
C
arbeiten
D
arbeitet
1 / 20
next
Slide 1:
Quiz
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
10 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Kies de juiste werkwoordsvorm:
er (hij) ......
A
arbeite
B
arbeitest
C
arbeiten
D
arbeitet
Slide 1 - Quiz
Hoe maak je in het Duits
het voltooid deelwoord?
Slide 2 - Mind map
Vertaal:
jullie praten
A
wir reden
B
ihr redest
C
ihr redet
D
sie redet
Slide 3 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord van: warten
A
gewart
B
gewartet
C
gewarst
D
gewarten
Slide 4 - Quiz
Schrijf voluit in het Duits:
496
Slide 5 - Open question
Schrijf voluit in het Duits:
168
Slide 6 - Open question
Van welk zelfstandig naamwoord is het geslacht JUIST?
A
die Mädchen (enkelv.)
B
der Kuh
C
die Freiheit
D
die Sommer
Slide 7 - Quiz
Van welk zelfstandig naamwoord is het geslacht ONJUIST?
A
der Montag
B
der Übung
C
das Büchlein
D
die Nacht
Slide 8 - Quiz
Van welk zelfstandig naamwoord is het geslacht juist?
A
das Sommerkleid
B
der Winterjacke
C
der Deutschlehrerin
D
die Ferienhaus
Slide 9 - Quiz
Vertaal naar het Duits:
Ik mag naar huis.
Slide 10 - Open question
Kies de juiste vorm van het modale hulpwerkwoord:
Er (houdt van) Pizza.
A
darf
B
mag
C
möchte
D
will
Slide 11 - Quiz
Kies de juiste vorm van het modale hulpwerkwoord:
Ihr (müssen) Hausaufgaben machen.
A
müssen
B
musst
C
müsst
D
muss
Slide 12 - Quiz
Hoe vraag je beleefd of je mag betalen?
A
Ich will bezahlen.
B
Ich darf bezahlen.
C
Ich muss bezahlen.
D
Ich möchte bezahlen.
Slide 13 - Quiz
Vertaal in het Nederlands:
Er mag Fisch nicht.
A
Hij mag geen vis.
B
Hij wil geen vis.
C
Hij houdt niet van vis.
D
Hij wil niet graag vis.
Slide 14 - Quiz
Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je het zelfst. nmw. vervangen?
das Mädchen
A
es
B
sie
C
Sie
D
er
Slide 15 - Quiz
Welk persoonlijk voornaamwoord vervangt: Tim und Lisa?
Slide 16 - Open question
Welk persoonlijk voornaamwoord vervangt: Herr Müller?
Slide 17 - Open question
Vul in:
Sven, Milan und ich sind cool.
...... sind cool.
A
ihr
B
sie
C
wir
D
Sie
Slide 18 - Quiz
Vul in:
Du und Lisa gehen ins Schwimmbad
...... geht ins Schwimmbad.
A
sie
B
wir
C
er
D
ihr
Slide 19 - Quiz
Vul in:
Die Katze ist süß. .... heißt Cleo.
A
er
B
es
C
du
D
sie
Slide 20 - Quiz
More lessons like this
Wiederholung Grammatik Kapitel 2 1-MV
May 2022
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
December 2018
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Brückenschlag
September 2024
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
2jf (20-11-23)
November 2023
- Lesson with
24 slides
Duits
Secondary Education
Age 12,13
Brückenschlag
September 2020
- Lesson with
36 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
vwo 2 - P2 - Kap. 2 (50) Lektion 5
December 2023
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
M3 - K2 - LernCheck 2
June 2021
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
Modale werkwoorden tegenwoordige tijd + zelfst. nw naar pers.vnw.
January 2024
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo, vwo
Leerjaar 2,3