Thema 5 - Erfelijkheid en evolutie paragraaf 1,2 en 3

Welkom
Eerste digitale les biologie voor 23VT
1 / 41
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Eerste digitale les biologie voor 23VT

Slide 1 - Slide

lesdoelen vandaag
  1. Wat is een genotype/fenotype
  2. Wat zijjn/is Chromosommen, genen en genexpressie
  3. Hoe gaat de Geslachtelijke voortplanting

Slide 2 - Slide

Welkom
Vorige week
Huiswerk opgegeven gekregen
Digiboek Noordhoff

Slide 3 - Slide

Digiboek Noordhoff
Via Magsiter


Slide 4 - Slide

klas en code
23VT
Klascode: 850714

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Lessonup
  • Via Lessonup
www.lessonup.nl
  • registreer je
als leerling
met een eigen
emailadres en
eigen wachtwoord

Slide 7 - Slide

Codes
Klas: 23VTbiologie
Code:tzghv
Daar kun je deze presentatie terug vinden
Ik zal deze info ook nog een keertje mailen :-)

Slide 8 - Slide

Thema 5
Erfelijkheid en Evolutie

Slide 9 - Slide

Erfelijkheid
Basisstof 1 t/m 5 helemaal + deel van 6 en 7

Slide 10 - Slide

Vandaag
Paragraaf 1 t/m 3
(=Basisstof 1 t/m 3)

Slide 11 - Slide

Basisstof 1
Fenotype en genotype


Slide 12 - Slide

DNA
  • In celkern (meestal)
  • Code bestaat uit vier letters (A, T, C, G)
  • Wordt opgerold tot chromosomen

Slide 13 - Slide

Chromosomen
  • Opgerold DNA
  • Komen voor in chromosomenparen (twee dezelfde chromosomen)
  • Mensen hebben 23 chromosomenparen (46 chromosomen)
Karyogram van de mens

Slide 14 - Slide

Genotype
  • Wordt bepaald door je DNA
  • Helft chromosomen van vader en helft van moeder

Slide 15 - Slide

Fenotype
  • Wordt bepaald door genotype en omgeving

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat heb je nu geleerd?
  • Genotype: De informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme, vastgelegd in je DNA
Deze eigenschappen kun je niet zelf veranderen

  • Fenotype:Het uiterlijjk van een organisme, afhankelijk van de omgeving ziet het organimse er anders uit.
Deze eigenschappen kun je zelf veranderen.

Slide 18 - Slide

Basisstof 2
Genen, chromosomen
en genexpressie

Slide 19 - Slide

Chromosomen
Chromosomen paren

Slide 20 - Slide

Genen en allelen

Slide 21 - Slide

Allelen
  • Dominante allel: sterk, aangegeven met hoofdletter
(voorbeeld: A of G of R)
  • Recessieve allel: zwak, aangegeven met kleine letter
(Voorbeeld: a of g of r)

Slide 22 - Slide

Combinaties allelen

Slide 23 - Slide

Genotype
  • Homozygoot: gelijk allelenpaar (HH of hh)
  • Heterozygoot: twee verschillende allelen (Hh)
  • Dominant, de eigenschap komt tot uiting (hoofdletter)
  • Ressief, de eigenschap komt niet tot uiting (kleine letter)

Slide 24 - Slide

  • Wordt bepaald door je DNA
  • Helft chromosomen van vader en helft van moeder

Slide 25 - Slide

Celdeling
  • Celdeling na bevruchting
  • 46 chromosomen worden gekopieerd
  • Alle cellen hebben een complete set chromosomen

Slide 26 - Slide

Genexpressie
  • Alleen de genen die nodig zijn in een cel staan aan
  • Genen kunnen aan- en uitgezet worden

Slide 27 - Slide

Eiwitten
  • Voeren taken uit in en buiten de cel
  • Gen wordt afgelezen en vertaald naar eiwit

Slide 28 - Slide

Eiwit
Het eiwit is vervolgens weer nodig voor bijvoorbeeld de expressie van de fenotypische eigenschappen
(bijvoorbeeld: spiervorming)
Je hebt zelf invloed op deze eigenschappen

Slide 29 - Slide

samenvatting paragraaf 2
  • Chromosmen bestaan uit DNA
  • Paarsgewijs in je cel
  • Op een chromosoom zitten meerdere genen
  • Iedere helft van het paar chromosomen bevat een allel van een gen
  • Allel kan dominant of ressefsief zijn.
  • Zijn beide dominant of is 1 dominant of beide ressief dan zal dat allel de boventoon voeren en wordt die eigenschap zichtbaar  (RR, Rr of rr)
  • Fenotype volgt uit een eiwit gemaakt door een gen op je DNA, ditk un je vaak nog weeer aanpassen (denk aan haar kleuren)

Slide 30 - Slide

Basisstof 3
Geslachtelijke voortplanting
Tweelingen

Slide 31 - Slide

Allelenparen

Slide 32 - Slide

  • Wordt bepaald door je DNA
  • Helft chromosomen van vader en helft van moeder

Slide 33 - Slide

Celdeling

Slide 34 - Slide

Vorming geslachtscellen

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Geslachtelijke voortplanting
  • Het ontstaan van een nieuw organisme door het versmelten van twee geslachtscellen
  • Welk genotype de geslachtscellen hebben is afhankelijk van het toeval
  • Bij geslachtelijke voortplanting ontstaat variatie in de genotypern van de nakomelijngen

Slide 37 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting
  • Sommige organismen (bijv. planten) kunnen zich ongeslachtelijk voortplanten.
* Er versmelten dan geen geslachtscellen
* Het genotype van de nakomelingen is dan gelijk aan dat van de ouder

Slide 38 - Slide

Twee-eiige tweeling
Eeneiige tweeling

Slide 39 - Slide

Samenvatting
  • Dominant, Hoofdletter, eigenschap komt tot uiting
  • Ressief,kleine letter, eigenschap komt niet tot uiting
  • homozygoot, HH of hh
  • hetrozygoot,  Hh
  • Celdeling kan geslachtelijk(veel variatie) of ongelsachtelijk(weinig variatie)
  • Meerlingen (een-eiig of twee-eiig)

Slide 40 - Slide

huiswerk
Log in via magister op Malmberg biologie boek.
klascode op malmberg:
Klas 23vt 2019 2020
code: 850714

Maken: de vragen van 5.1, 5.2 en 5.3
Zie ook de studiewijzer in Magister

Slide 41 - Slide