Hoofdstuk 6 Formules en grafieken 6.1 + 6.2

Doelen
Aan het einde van deze les kan/weet jij...
... een formule bij een beschrijving maken.
... een grafiek bij een formule tekenen.
... aan de formule zien of de grafiek stijgt of daalt.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Doelen
Aan het einde van deze les kan/weet jij...
... een formule bij een beschrijving maken.
... een grafiek bij een formule tekenen.
... aan de formule zien of de grafiek stijgt of daalt.

Slide 1 - Slide

6.1 Van beschrijving naar formule
  • Je leert een formule bij een beschrijving maken.

Slide 2 - Slide

Voor het water betaalt het zwembad aan het waterleidingbedrijf €1,60 per m3. Daar bovenop komt nog een vast bedrag van €25,- per maand.

Leg in één zin uit hoe je het aantal euro's per maand kunt betalen.

Slide 3 - Slide

Voor het water betaalt het zwembad aan het waterleidingbedrijf €1,60 per m3. Daar bovenop komt nog een vast bedrag van €25,- per maand.

Leg in één zin uit hoe je het aantal euro's per maand kunt betalen.

Welke formule hoort erbij?

Slide 4 - Slide

Gegeven is de formule aantal m3 x 1,60 + 25 = aantal euro's.
Bereken hoeveel euro's het zwembad moet betalen als het per maand 200 m3 water verbruikt.
A
240
B
320
C
345
D
365

Slide 5 - Quiz

Een bezoek aan een pretpark kost geld. De entreeprijs is €15,- en elke attractie kost €2,50. Welke formule hoort bij dit verhaaltje?
A
aantal x 2,50 + 15 = bedrag
B
aantal x 2,50 - 15 = bedrag
C
aantal + 15 x 2,50 = bedrag
D
aantal - 15 x 2,50 = bedrag

Slide 6 - Quiz

Meneer Buckers koopt voor 5 euro een fles siroop. Daarna verkoopt hij glazen limonade voor 60 cent per glas. Welke formule hoort bij dit verhaaltje?
A
aantal x 0,60 + 5 = winst
B
aantal x 0,60 - 5 = winst
C
aantal + 5 x 0,60 = winst
D
aantal - 5 x 0,60 = winst

Slide 7 - Quiz

6.2 Grafieken bij formules
  • Je leert een grafiek bij een formule tekenen.
  • Je leert om aan de formule zien of de grafiek stijgt of daalt.

Slide 8 - Slide

Gegeven is de formule verbruik x 0,20 + 30 = bedrag.
Hoeveel is het bedrag als het verbruik 0 is?
A
30
B
20
C
10
D
0

Slide 9 - Quiz

Gegeven is de formule verbruik x 0,20 + 30 = bedrag.
Hoeveel is het bedrag als het verbruik 10 is?
A
30
B
32
C
34
D
36

Slide 10 - Quiz

Gegeven is de formule verbruik x 0,20 + 30 = bedrag.
Hoeveel is het bedrag als het verbruik 20 is?
A
30
B
32
C
34
D
36

Slide 11 - Quiz

Gegeven is de formule verbruik x 0,20 + 30 = bedrag.
Hoeveel is het bedrag als het verbruik 50 is?
A
30
B
36
C
40
D
46

Slide 12 - Quiz

Het bedrijf Elec levert stroom. De verbruikte hoeveelheid stroom wordt door de meter bijgehouden in kilowattuur (kWh). Het bedrag in euro's dat je per maand betaalt, kun je berekenen met de formule verbruik x 0,20 + 30 = bedrag.
Vul de tabel in.
verbruik in kWh
0
10
20
50
90
100
bedrag in euro's

Slide 13 - Slide

een getal optellen zorgt ervoor dat de grafiek ...
een getal aftrekken zorgt ervoor dat de grafiek ...
stijgt
daalt

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Slide

Doelen gehaald?
Aan het einde van deze les kan/weet jij...
... een formule bij een beschrijving maken.
... een grafiek bij een formule tekenen.
... aan de formule zien of de grafiek stijgt of daalt.

Slide 16 - Slide

Een winkel verhuurt boormachines voor een vast bedrag van €20,-. Daar bovenop komt dan nog een €6,- voor elke dag dat je de boormachine huurt. Welke formule hoort bij dit verhaal?

Slide 17 - Open question