In welke bestanddelen van het bloed komen celkernen voor?
A
Alleen in bloedplaatjes
B
Alleen in rode bloedcellen
C
Alleen in witte bloedcellen
D
In rode en witte bloedcellen
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4
This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
In welke bestanddelen van het bloed komen celkernen voor?
A
Alleen in bloedplaatjes
B
Alleen in rode bloedcellen
C
Alleen in witte bloedcellen
D
In rode en witte bloedcellen
Slide 1 - Quiz
Waar in het lichaam bevinden zich deze stamcellen?
A
In de lever
B
In het bloed in de bloedvaten
C
in het hart
D
in het rode beenmerg
Slide 2 - Quiz
Als de rode witte bloecellen niet meer functioneren. Welke functie in je lichaam wordt dan verstoord?
A
afweer tegen ziekten
B
bloedstolling
C
zuurstof transport
Slide 3 - Quiz
Welke stof(fen) is (zijn) nodig bij de verbranding in de cellen van ons lichaam ?
A
koolstofdioxide
B
voedingsstoffen
C
zuurstof
Slide 4 - Quiz
Iemand die rookt, krijgt onder andere de stof koolstofmono-oxide binnen. Deze stof wordt, net als zuurstof, vervoerd door de rode bloedcellen. Wat is het gevolg van roken voor het zuurstoftransport?
A
Er wordt méér zuurstof getransporteerd
B
Er wordt minder zuurstof getransporteerd
C
Het zuurstof transport blijft gelijk
Slide 5 - Quiz
Het bloedplasma bevat opgeloste stoffen.
Bevat het bloedplasma ook niet-opgeloste stoffen?
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quiz
Rode bloedcellen ontstaan uit stamcellen in het rode beenmerg. Ontstaan witte bloedcellen en bloedplaatjes ook uit stamcellen in het rode beenmerg?
A
JA
B
NEE
Slide 7 - Quiz
Wat is de functie van fibrinogeen?
A
Fibrinogeen is nodig voor de afweer
B
Fibrinogeen is nodig voor de bloedstolling
C
Fibrinogeen is nodig voor het vervoer van zuurstof
Slide 8 - Quiz
Het bloedplasma vervoert allerlei stoffen? Welke stoffen zijn dat?
A
voedingstoffen, afvalstoffen , een kleine hoeveelheid zuurstof
B
voedingstoffen, afvalstoffen, een kleine hoeveelheid zuurstof , hormonen , enzymen
C
voedingstoffen, afvalstoffen, een kleine hoeveelheid zuurstof, hormonen, enzymen en antistoffen
Slide 9 - Quiz
Hebben rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes een celkern in de cel?
A
Alleen rode bloedcellen
B
Alleen witte bloedcellen en bloedplaatjes
C
Alleen witte bloedcellen
D
Alleen bloedplaatjes
Slide 10 - Quiz
Hoe heet het eiwit in de rode bloedcellen dat zorgt voor de vervoer van zuurstof?
A
Hemoglobine
B
IJzerzouten
C
Bloedplaatje
D
Beenmerg
Slide 11 - Quiz
Kunnen witte bloedcellen door de wand van de kleinste bloedvaten heen?