Monohybride Kruisingen

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Monohybride Kruisingen

Genetica

Leerdoelen

• Je kunt van een monohybride kruising een kruisingsschema opstellen
• Je kunt de frequentie van genotypen en fenotypen van nakomelingen bij een monohybride kruising afleiden uit een kruisingsschema of stamboom

Fruitvliegjes

• 4 chromosoomparen
• Chromosomen zijn zichtbaar onder een microscoop
• Snelle generatietijd
• Veel nakomelingen

Monohybride Kruising

Overerving van 1 eigenschap

1 eigenschap = 1 genenpaar

Johan Mendel

Wetten van overerving van eigenschappen ontdekt en geformuleerd in 1866

Belangrijke begrippen

Homozygoot = 2 keer hetzelfde allel(bijv. BB)

Heterozygoot = 2 andere allelen (bijv. Bb)

Dominant allel = allel dat altijd tot uiting komt in het fenotype, aangegeven met hoofdletter

Recessief allel = een allel dat alleen tot uiting komt in het fenotype als er geen dominant allel aanwezig is

P = parentes/ouders, F1 = Filii 1 (1e generatie), F2 = 2e generatie

Kruisingsvraagstukken

Schrijf duidelijk en maak een klad

Gebruik blokletters voor onderscheid hoofd- en kleine letters

1. Wat zijn de genotypen van de ouders (P)?

2. Welke allelen bevatten de geslachtscellen van beide ouders?

3. Welke mogelijkheden bestaan er voor de versmelting van een eicelkern en een zaadcelkern?

Doorkruisen met F1

F2

biologiepagina.nl

Onder VWO 4 Genetica staat:

Begrippenlijst

Oefeningen met kruisingschema's

Huiswerk

Maak de opdrachten 19 t/m 28