L7 H1 Par4 2M

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Lesboek MEMO 2A
  • Schrift 
  • Pen
  • Laptop (dichtlaten!)
timer
2:00
1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Lesboek MEMO 2A
  • Schrift 
  • Pen
  • Laptop (dichtlaten!)
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Lesboek MEMO 2A
  • Schrift 
  • Pen
  • Laptop (dichtlaten!)
timer
2:00

Slide 2 - Slide

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Lesboek MEMO 2A
  • Schrift 
  • Pen
  • Laptop (dichtlaten!)
timer
2:00

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen
  • Mededelingen
  • Daens deel 3
  • Quiz
  • Aantekeningen
  • Maken opdrachten
  • Huiswerk
  • Evaluatie les

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen door welke twee ontwikkelingen er aan het einde van de 19e eeuw sociale wetten kwamen.
  • Je kunt uitleggen wat er in het bestuur van Nederland veranderde door de grondwet van 1848.

Slide 5 - Slide

Mededelingen
Wat moet ik weten?

Slide 6 - Slide

Tijdvak 8 burgers en stoommachines
 1800 - 1900

Slide 7 - Slide

Daens deel 3

Slide 8 - Slide

Wat is huisnijverheid?
A
huishoudelijke werkzaamheden
B
thuis handmatig maken van producten
C
thuis een fabriek beginnen
D
het thuis gezellig maken

Slide 9 - Quiz

Wat is industrialisatie?
A
thuis producten maken van grondstoffen
B
arme mensen moeten hard werken
C
de opkomst van productie in fabrieken
D
politiek systeem waarbij iedereen gelijk behandeld wordt

Slide 10 - Quiz

Wat is kapitalisme?
A
economische systeem met zo min mogelijk regels voor zoveel mogelijk winst
B
politiek systeem met zo min mogelijk regels voor zoveel mogelijk winst
C
politiek systeem voor zoveel mogelijk vrijheid
D
de opkomst van productie in fabrieken.

Slide 11 - Quiz

Wat is GEEN economisch gevolg van industrialisatie?
A
De mijnbouw en metaalindustrie werden heel belangrijk.
B
Veel producten werden goedkoper.
C
Het milieu raakte op grote schaal vervuild.
D
Het bezit van geld werd belangrijker dan het bezit van landbouwgrond

Slide 12 - Quiz

Wat is een oorzaak van industrialisatie in Groot-Brittannië?
A
Britse ondernemers waren slimmer dan ondernemers buiten Groot-Brittannië
B
Britse ondernemers konden gemakkelijk aan grondstoffen voor fabrieken komen.
C
De bevolkingsaantallen in Groot-Brittannië daalden.
D
Britse mensen wilden graag mooie kleren kopen.

Slide 13 - Quiz

Waar kwamen de eerste fabrieken in Nederland?
A
Twente
B
Groningen
C
Brabant
D
Randstad

Slide 14 - Quiz

Wat is GEEN gevolg van industrialisatie?
A
Het landschap veranderde.
B
Er kwam een nieuwe groep in de samenleving: arbeiders
C
Het milieu raakte op grote schaal vervuild.
D
Mensen gingen in dorpen wonen.

Slide 15 - Quiz

Wat is verstedelijking?
A
Het verschijnsel dat een steeds groter deel van de bevolking buiten de stad woont.
B
Het verschijnsel dat een steeds groter deel van de bevolking in fabrieken werkt
C
Het verschijnsel dat een steeds groter deel van de bevolking in de stad woont.
D
Het verschijnsel dat een steeds groter deel van de bevolking wil gaan stemmen.

Slide 16 - Quiz

Wat is verstedelijking?
A
Het verschijnsel dat een steeds groter deel van de bevolking buiten de stad woont.
B
Het verschijnsel dat een steeds groter deel van de bevolking in fabrieken werkt
C
Het verschijnsel dat een steeds groter deel van de bevolking in de stad woont.
D
Het verschijnsel dat een steeds groter deel van de bevolking wil gaan stemmen.

Slide 17 - Quiz

Wat is de gegoede burgerij?
A
Groep mensen met weinig geld of bezittingen.
B
Groep mensen die werken in de politiek.
C
Groep mensen die aan liefdadigheid doen.
D
Groep mensen met veel geld of bezittingen.

Slide 18 - Quiz

Wat is het liberalisme?
A
Politieke stroming die opkomt voor zoveel mogelijk gelijkheid voor alle burgers.
B
Politieke stroming die opkomt voor zoveel mogelijk vrijheid voor alle burgers.
C
Economische stroming die opkomt voor zoveel mogelijk vrijheid voor alle burgers.
D
Economische stroming die opkomt voor zoveel mogelijk gelijkheid voor alle burgers.

Slide 19 - Quiz

Wat is het kiesrecht?
A
Het recht om gekozen te worden als politiek leider.
B
Het recht om te kiezen waar je aan het werk gaat.
C
Het recht om te gaan stemmen als er verkiezingen zijn.
D
Het recht op goede zorg, zoals de tandarts.

Slide 20 - Quiz

Wat is de sociale kwestie?
A
Het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van arbeiders in de 19e eeuw als gevolg van de industrialisatie.
B
Het probleem van slechte vriendschappen in de 19e eeuw als gevolg van de industrialisatie.
C
Het probleem van slechte politieke leiders in de 19e eeuw als gevolg van de industrialisatie.
D
Het probleem van slechte scholen in de 19e eeuw als gevolg van de industrialisatie.

Slide 21 - Quiz

Wat is een vakbond?
A
Bondgenootschap van mensen die die vakken geven op de middelbare school.
B
Vereniging van mensen met dezelfde leeftijd, die de lonen en arbeidsomstandigheden van haar leden wil verbeteren.
C
Vereniging van mensen met hetzelfde beroep, die de lonen en arbeidsomstandigheden van haar leden wil verbeteren.
D
Vereniging van mensen met hetzelfde beroep, die meer vrijheid willen voor de fabriekseigenaren.

Slide 22 - Quiz

Wat is het socialisme?
A
Economische stroming die opkomt voor zoveel mogelijk vrijheid voor alle burgers.
B
Politieke stroming die opkomt voor zoveel mogelijk vrijheid voor alle burgers.
C
Economische stroming die de uitbuiting van arbeiders door fabriekseigenaren wil stoppen.
D
Politieke stroming die de uitbuiting van arbeiders door fabriekseigenaren wil stoppen.

Slide 23 - Quiz

Aantekeningen
Pak je schrift en pen.
Tijdens de aantekeningen luister je en schrijf je mee.
Vraag? Steek je vinger op.




Slide 24 - Slide

Paragraaf 1.3
Arbeiders gaan samenwerken

Slide 25 - Slide

Sociale wetten
  • Steeds meer stakingen en demonstraties
  • Liberalen bang voor meer onrust
  • Eerste sociale wetten: Wet die mensen beschermt
    tegen de gevolgen van ziekte, armoede of ouderdom.
  • rond 1900 de werk- en leefomstandigheden
    van arbeiders beter.

Slide 26 - Slide

Zelfstandig werken
  • Ga naar Memo Max, leerjaar 2, vmbo-t/havo
  • Hoofdstuk 1, paragraaf 3
    Lees zelf het stukje ‘Sociale wetten’ op blz. 41
  • Maak daarna 7, 8, 9 en 10

  • Klaar? Maak de test jezelf van paragraaf 1, 2 en 3. Maak daarna alle opdrachten van paragraaf 1, 2 en 3 die je nog niet gemaakt hebt. 





timer
1:00

Slide 27 - Slide

Samenwerken
  • Ga naar Memo Max, leerjaar 2, vmbo-t/havo
  • Hoofdstuk 1, paragraaf 3
  • Lees zelf het stukje ‘Sociale wetten’ op blz. 41
  • Maak daarna 7, 8, 9 en 10
  • Hoofdstuk 1, paragraaf 4
  • Lees zelf het stukje 'Een nieuwe grondwet'
  • Maak daarna opdracht 1 t/m 6

Klaar? Maak de test jezelfs van paragraaf 1, 2 en 3. Maak daarna alle opdrachten van paragraaf 1, 2 en 3 die je nog niet gemaakt hebt.



timer
5:00

Slide 28 - Slide

Huiswerk
Datum:
maandag 21 november 

Maak:
opdracht 7 t/m 10 van paragraaf 1.3 en opdracht 2 t/m 6 van paragraaf 1.4

 


Slide 29 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen door welke twee ontwikkelingen er aan het einde van de 19e eeuw sociale wetten kwamen.
  • Je kunt uitleggen wat er in het bestuur van Nederland veranderde door de grondwet van 1848.

Slide 30 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 31 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 32 - Slide

Inloggen Memo Max
De online methode.
Stap 1. Ga naar het magister.
Stap 2. Ga naar Memo Max (leerjaar 2)
Stap 3. Vul de klassencode in.

Klassencode: 
2Ma: 633153
2Mb: 477680

Slide 33 - Slide

Huiswerk
Datum:
vrijdag 10 september

1. Lees: het stukje ‘nieuwe ideeën’ en 'onvrede' van H6, par. 1.
2. Maak: opdracht 5, 7, 9, 10, 11  van H6, par. 1.

 


Slide 34 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een standenmaatschappij is en de drie standen beschrijven.
  • Je kunt twee voorbeelden geven van nieuwe ideeën die tijdens de Verlichting ontstonden.
  • Je kunt uitleggen waarom burgers en boeren in Frankrijk ontevreden waren over het bestuur van hun land. 

Slide 35 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 36 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 37 - Slide