1.3 honger en handel

Benoem het verschil in honger
1 / 52
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, k, t, havo, vwoLeerjaar 6

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Benoem het verschil in honger

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Ondervoeding (begrip) hoort bij
A
kwalitatieve honger
B
kwantitatieve honger

Slide 3 - Quiz

Als je niet voldoende voedsel binnen krijgt dan heb je....
A
Kwantitatieve honger
B
Kwalitatieve honger

Slide 4 - Quiz

kwalitatieve honger
Kwaliteit  

Mensen hebben wel voedsel maar die is eenzijdig. Het ontbreekt aan vitaminen, mineralen, eiwitten
Oorzaak = armoede

Slide 5 - Slide

Kwantitatieve honger

Kwantiteit

Onvoldoende voedsel
Onvoldoende calorieën
Onvoldoende energie

Slide 6 - Slide

je ziet zo een film van Unicef over de gevolgen van honger.

Je krijgt na de film een paar vragen erover

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Welk werelddeel ligt Guatemala
A
Noord-Amerika
B
Afrika
C
Zuid-Amerika
D
Azië

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

wat zijn de gevolgen van kwalitatieve honger (ondervoeding)

Slide 11 - Mind map

noem redenen waarom kinderen in Guatemala in deze situatie zijn gekomen.

Slide 12 - Open question

Hoe helpt Unicef ondervoeding voorkomen?

Slide 13 - Mind map

Beschrijf deze cartoon in drie zinen

Slide 14 - Slide

Honger in de wereld

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Is er wel een voedselcrisis?
voedselcrisis

Slide 17 - Slide

voedselvraagstuk = verdelingsvraagstuk
Wereldwijd is er (nog) genoeg, 
maar niet goed verspreid over de wereld. 

Maar hoe is dit beter te verdelen? 

Slide 18 - Slide

voedsel verspilling
voedsel tekort

Slide 19 - Slide

Honger & Handel
voedselcrisis

Slide 20 - Slide

Boeren in het westen
techniek
kennis
hoge opbrengsten per hectare
weinig mislukte oogsten
landbouwsubsidies

Exporteren overtollige voorraden met overheidssteun

Slide 21 - Slide

Wanneer is er handel.....
Goederen gaan van A naar B als.....?

Slide 22 - Slide

A een overschot heeft
B een tekort
B kan betalen
er geen hindernissen zijn
C niet makkelijker is of meer opleverd

Slide 23 - Slide

Hoe werkt die wereldmarkt?
hoe meer aanbod, hoe lager de prijs. 

Westerse landen: beschermen eigen productie en markt, subsidiëren de landbouw en werken efficiënter -> lagere prijs

Ontwikkelingslanden: kopen die producten, want die zijn goedkoper en zij zijn arm. 

Slide 24 - Slide

Interactietheorie van Ullman
Voorwaarden voor vervoersstroom:
  1. Complementariteit
  2. Transporteerbaarheid
  3. Geen tussenliggende mogelijkheden/hindernissen

Slide 25 - Slide

theorie Ullman

    1. Leg aan de hand van de theorie de afbeelding uit. 

2. welk begrip van Ullman hoort bij Indonesië

3. welk begrip van Ullman hoort bij China      

      

Slide 26 - Slide

werktijd
lezen blz 30
maken 5 & 6
timer
10:00

Slide 27 - Slide

Examenvraag
Zwitserland behoort tot het achterland van de havens van Rotterdam en Amsterdam.
Met behulp van welk begrip uit de theorie van Ullman kun je het beste verklaren dat de grootste vervoersstroom vanuit Zwitserland juist naar deze twee havens loopt? Motiveer je keuze voor het gebruikte begrip. 

Slide 28 - Slide

Met behulp van welk begrip uit de theorie van Ullman kun je het beste verklaren dat de grootste vervoersstroom vanuit Zwitserland juist naar deze twee havens loopt? Motiveer de keuze voor het begrip

Slide 29 - Open question

Antwoord
transporteerbaarheid 

Uit de motivering moet blijken dat Rotterdam en Amsterdam vanuit Zwitserland uitstekend bereikbaar zijn via de Rijn 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Zuid-Afrika met 63% gedaald. Waarom?

Slide 32 - Slide

Mensen die kwalitatieve honger hebben hebben te weinig voedsel.
A
goed
B
fout

Slide 33 - Quiz


Wat weet je al
over de groene
revolutie?

Slide 34 - Slide

Veranderende landbouw

Slide 35 - Slide

Waar gaat de Groene Revolutie over?

Slide 36 - Open question

Slide 37 - Slide

Groeiende wereldbevolking & honger
timer
10:00

Slide 38 - Slide

Doel Voedselproductie verbeteren
  • irrigatie technieken
  • bestijdingsmiddelen

Slide 39 - Slide

Doel Voedselproductie verbeteren
  • irrigatie technieken
  • bestijdingsmiddelen
  • kunstmest
  • plantverbetering

Slide 40 - Slide

Bedenk nadelen van de Groene Revolutie

Slide 41 - Mind map

Groene revolutie voordelen

  • hoge productie
  • geen last van ziektes
  • geen mislukte oogsten

Slide 42 - Slide

Groene revolutie nadelen
toename ongelijkheid
  • verontreinigingen (bodem & grondwater)
  • insecten verdwijnen
  • soorten verdwijnen
  • zaad van mno's (patent en export)
  • te duur voor arme boer
  • ethische vragen

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Noem een ethische vraag die je kan stellen bij de groene revolutie?

Slide 45 - Open question

Genetische modificatie

De mens verandert de erfelijke eigenschappen van andere soorten organismen.



Slide 46 - Slide

Genetische modificatie
Economie
Macht
Duurzaamheid
Ethiek
https://www.youtube.com/watch?v=7LvTIkwFdZY

Slide 47 - Slide

3 GM discussies 
1. Machtspositie van grote corporaties/bedrijven


Technische zaden zijn duur
grote rijke boer vs kleine boeren, 
eerlijke handel?
biodiversiteit? 

Slide 48 - Slide

GM discussies 
2. Duurzaamheid vs Verontreiniging 

 grote effecten van GM op de directe omgeving van de gewassen, zowel voor het milieu als de gezondheid van de mensen die wonen in het gebied.

Slide 49 - Slide

GM discussies 

3.Ethische overwegingen. 

Een deel van de mensen vindt genetische modificatie een aantasting van de oorspronkelijkheid van de natuur of schepping. 
wat zijn de gevolgen op langere termijn?

Slide 50 - Slide

werktijd
m opdr 7 & 8
nakijken par 2
timer
10:00

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Video