Les 3 paragraaf 4 beenverbindingen

Thema 5: Stevigheid en bewegen
Je kent de delen van het lichaam.

Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.

Je kunt de functies van het skelet noemen.
paragraaf 4: 
Beenverbindingen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 5: Stevigheid en bewegen
Je kent de delen van het lichaam.

Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.

Je kunt de functies van het skelet noemen.
paragraaf 4: 
Beenverbindingen

Slide 1 - Slide

Terugblik:
Paragraaf 3:
De bouw van botten
.

Slide 2 - Slide

Schedelbeenderen

1
Bovenkaak

2
Onderkaak


3
sleutelbeen

4
Schouderblad

5
Opperarmbeen

6
Ellepijp

7
Spaakbeen
8
handwortelbeentje(s)
9
middenhandbeentjes

10
vingerkootjes

11
dijbeen
12
scheenbeen
13
kuitbeen

14
voetwortelbeentjes

15
halswervels

16
borstbeen
17
rib(ben)
18
borstwervel(s)
18
lendenwervel(s)
20
heupbeen
21
heiligbeen
22
knieschijf
24
staartbeen
23
middenvoetbeentjes

25
teenkootjes

25
Even weer herhalen:

Slide 3 - Slide

paragraaf 4: Beenverbindingen

Slide 4 - Slide

LESDOEL
  • Weten welke 4 beenverbindingen er zijn.
  • weten of er beweging tussen de botten mogelijk is.
  • Bouw van een gewricht kunnen beschrijven
  • drie typen gewrichten kunnen onderscheiden.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Beenverbindingen

Botten zijn op verschillende manieren aan elkaar verbonden. Soms om ze vast aan elkaar te zetten en soms om ze kunnen laten bewegen. 

Slide 7 - Slide

Verbindingen
  • vergroeid: de botten zijn aan elkaar vastgegroeid.
  • Naadverbinding: Je ziet dan nog wel een naad bijv; je schedel
  • Kraakbeen: een klein beetje beweging is mogelijk: bijv; in je ribbenkast.
  • Gewrichten: Veel beweging is mogelijk: bijv; je hand, tussen alle verschillende botjes in je vingers zitten gewrichtjes. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Verschil kraakbeen/gewricht
Het verschil tussen een verbinding met een gewricht en die met kraakbeen.
gewrichts
verbinding
kraakbeen
verbinding

Slide 11 - Slide

opbouw gewricht

Slide 12 - Slide

Gewrichten
kogelgewricht
rolgewricht
scharniergewricht. 

Slide 13 - Slide

Kogelgewricht:
Maakt een draaiende beweging.
Zit bijv in je schouder

Scharniergewricht:
Beweegt heen en terug
Zit bijv. in je vingers
kogelgewricht

Slide 14 - Slide

Rolgewricht: 

Een bot draait in de lengte as om een ander bot heen.
Zit bijv in je onderarm.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Evaluatie: 
Welke soorten gewrichten zien we in de plaatjes?

Slide 17 - Slide

wat is een blessure aan het bot?
A
kneuzing
B
ontwrichting
C
bloeduitstorting
D
blauwe plek

Slide 18 - Quiz

Een van de botten in je onderarm is:
A
opperarmbeen
B
spaakbeen
C
handwortelbeentje
D
elleboog

Slide 19 - Quiz

Bot bestaat uit?
A
kalk en beenmerg
B
kalk en lijmstof
C
lijmstof en beenmerg

Slide 20 - Quiz

Wie heeft er meer botten?
A
een baby
B
een volwassen persoon
C
ze hebben even veel botten

Slide 21 - Quiz

als deze stof uit het bot verdwijnt, dan wordt het bot veel te buigzaam
A
kalk
B
lijmstof
C
water
D
bloed

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video