Klas 3, T4, paragraaf 3

Thema 4: Stevigheid en bewegen
Je kent de delen van het lichaam.

Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.

Je kunt de functies van het skelet noemen.
paragraaf 3: 
Beenverbindingen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 4: Stevigheid en bewegen
Je kent de delen van het lichaam.

Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.

Je kunt de functies van het skelet noemen.
paragraaf 3: 
Beenverbindingen

Slide 1 - Slide

Terugblik:
Paragraaf 2:
Stevigheid en beweging 
.

Slide 2 - Slide

Oefening om te kijken wat je nog weet:
Rondpraat en schrijven:
Je gaat in 3 tallen zitten. nr van 1-3
Je pakt allemaal een blaadje en een pen/potlood
Wacht op mijn teken!
Als ik zeg start dan noem je om de beurt een bot op van je bottenstelsel/geraamte en schrijf je 'm op.
De andere twee schrijven mee en dan draai je door. 

timer
0:30

Slide 3 - Slide

Oefening om te kijken wat je nog weet:
Ga in tweetallen zitten.
Leg je schoudermaatje uit waarom oudere mensen makkelijker iets kunnen breken dan baby's.
Leg je schoudermaatje uit welke stoffen beenderen
bestaan,

timer
0:30

Slide 4 - Slide

Schedelbeenderen

1
Bovenkaak

2
Onderkaak


3
sleutelbeen

4
Schouderblad

5
Opperarmbeen

6
Ellepijp

7
Spaakbeen
8
handwortelbeentje(s)
9
middenhandbeentjes

10
vingerkootjes

11
dijbeen
12
scheenbeen
13
kuitbeen

14
voetwortelbeentjes

15
halswervels

16
borstbeen
17
rib(ben)
18
borstwervel(s)
18
lendenwervel(s)
20
heupbeen
21
heiligbeen
22
knieschijf
24
staartbeen
23
middenvoetbeentjes

25
teenkootjes

25
Noem een nummer en schrijf die op en de naam van het bot

Slide 5 - Slide

paragraaf 3: Beenverbindingen

Slide 6 - Slide

LESDOEL
  • 4.3.1 Je kunt vier beenverbindingen onderscheiden.
  • 4.3.2 Je kunt delen van een gewricht benoemen met hun functies.
  • 4.3.3 Je kent twee typen gewrichten en hun functies.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Beenverbindingen

Botten zijn op verschillende manieren aan elkaar verbonden. Soms om ze vast aan elkaar te zetten en soms om ze kunnen laten bewegen. 

Slide 9 - Slide

Verbindingen
  • vergroeid: de botten zijn aan elkaar vastgegroeid.
  • Naadverbinding: Je ziet dan nog wel een naad bijv; je schedel
  • Kraakbeen: een klein beetje beweging is mogelijk: bijv; in je ribbenkast.
  • Gewrichten: Veel beweging is mogelijk: bijv; je hand, tussen alle verschillende botjes in je vingers zitten gewrichtjes. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Vergroeid:
Botten zijn vast aan elkaar gegroeid en kunnen niet bewegen

Slide 12 - Slide

Kraakbeenweefsel.
Kan bewegen!

Slide 13 - Slide

De botten van je schedel zijn verbonden door een naad.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Gewrichten

Slide 16 - Slide

opbouw gewricht

Slide 17 - Slide

Kapselbanden
Houden botten gewricht op hun plaats.

Slide 18 - Slide

Kogelgewricht:
Maakt een draaiende beweging.
Zit bijv in je schouder

Scharniergewricht:
Beweegt heen en terug
Zit bijv. in je vingers
kogelgewricht

Slide 19 - Slide

Evaluatie: 
Welke soorten gewrichten zien we in de plaatjes?

Slide 20 - Slide

wat is een blessure aan het bot?
A
kneuzing
B
ontwrichting
C
bloeduitstorting
D
blauwe plek

Slide 21 - Quiz

Een van de botten in je onderarm is:
A
opperarmbeen
B
spaakbeen
C
handwortelbeentje
D
elleboog

Slide 22 - Quiz

Bot bestaat uit?
A
kalk en beenmerg
B
kalk en lijmstof
C
lijmstof en beenmerg

Slide 23 - Quiz

Wie heeft er meer botten?
A
een baby
B
een volwassen persoon
C
ze hebben even veel botten

Slide 24 - Quiz

als deze stof uit het bot verdwijnt, dan wordt het bot veel te buigzaam
A
kalk
B
lijmstof
C
water
D
bloed

Slide 25 - Quiz

Ter afsluiting
Huiswerk maken en lezen!!!
Vergeet niet de paragraaf
door te lezen voordat je de
opdrachten gaat maken. 
Paragraaf 3 en 4 en 
afmaken paragraaf 1 en 2

Slide 26 - Slide