Pallas les 8 het imperfectum

1 / 20
next
Slide 1: Video
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Video


λυ- ω 
λυ- εις
λυ- ει
λυ- ομεν
λυ- ετε
λυ- ουσι(ν)

λυ-ε, λυ-ετε
λυ-ειν
 
ποι-ω
ποι-εις
ποι-ει
ποι-ουμεν
ποι-ειτε
ποι-ουσι(ν)

ποι-ει, ποι-ειτε
ποι-ειν

Slide 2 - Slide

Het werkwoord

Opfrissen uitgangen praesens

Slide 3 - Slide

Van het praesens hebben we al gehad:
A
indicativus + imperativus
B
indicativus + vocativus + infinitivus
C
imperativus + infinitivus
D
indicativus + imperativus +infinitivus

Slide 4 - Quiz

De uitgangen van praesens indicativus
enkelvoud zijn in de goede volgorde:
A
εις – ει - ω
B
ω- εις – ει
C
ω- ει – εις
D
ω- εις – ε

Slide 5 - Quiz

Het imperfectum
1. Het werkwoord in de verleden tijd begint met een signaalletter het zg. augment: ε- . 

2. Achter het augment volgt de stam van het werkwoord bv: ε-λυ-.

3. Daarachter komen de persoonsuitgangen van de verleden tijd: 
   

Slide 6 - Slide

Het imperfectum
   ε-λυ- ον,
   ε-λυ- ες,
   ε-λυ- ε(ν),
   ε-λυ- ομεν,
   ε-λυ- ετε
   ε-λυ- ον

Let op: 1e ev. = 3e mv.!

Slide 7 - Slide

Het imperfectum
ἐποίουν (!)                                   (uit: ἐποίε-ον )
ἐποίεις                                          ( ἐποίε-ες )
ἐποίει                                            ( ἐποίε-ε )
ἐποιοῦμεν                                   ( ἐποιέ-ομεν )  ε +ο = ου 
ἐποιεῖτε                                       ( ἐποιέ-ετε ) ε + ε = ει
ἐποίουν (!)                                  ( ἐποίε-ον ) 
 

Slide 8 - Slide

Werkwoord imperfectum
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
ετε
ομεν
ον
ον
ε
ες

Slide 9 - Drag question

Hoe herken je het imperfectum?
A
aan de imperfectumuitgang
B
aan het augment
C
aan de aparte imperfectumstam
D
aan augment én imperfectumuitgang

Slide 10 - Quiz

welke vorm van de verleden tijd kun je op twee manieren vertalen
A
ἐνομίζεν
B
ἐνομίζον
C
ἐνομίζομεν
D
ἐνομίζετε

Slide 11 - Quiz

welke verleden tijd komt van een ww met een -ε- stam
A
ἔχαιρον
B
ἤθελον
C
ᾔτουν
D
ἀπέκτεινον

Slide 12 - Quiz

welk werkwoord is samengesteld?
A
εὑρίσκω
B
ἱκετεύω
C
ἀκούω
D
ἀναβαίνω

Slide 13 - Quiz

het imperfectum van ὁμολογέω is
A
ὡμολόγουν
B
ὡμολόγον

Slide 14 - Quiz

ἥκομεν
A
imperfectum
B
praesens
C
imperfectum en praesens
D
kan niet

Slide 15 - Quiz

SAMENGESTELDE WERKWOORDEN 
Veel werkwoorden zijn samengesteld, d.w.z. ze beginnen met een voorzetsel. Bij samengestelde werkwoorden staat het augment achter het voorzetsel. 

Slide 16 - Slide

SAMENGESTELDE WERKWOORDEN 
 Eindigt het voorzetsel op een klinker (ἀπό, διά, κατά, ἀνά, παρά, ὑπό, ἐπί), dan komt  in de verleden tijd het augment in plaats van deze klinker. Voorbeelden: 

Slide 17 - Slide


ἐπιθυμέω =
ἀναβαίνω =
ἐνδύνω =
ἀποφέρω =

Een uitzondering vormen ww met het prefix (=voorvoegsel) περί: 
   
ἐπεθύμουν  
ἀνέβαινον  
ἐνέδυνον 
ἀπέφερον  
 


περιέβαινον. 

Slide 18 - Slide

Het imperfectum

Bij πρό kan samentrekking van de ο en het augment ἐ- plaatsvinden, maar dat hoeft niet:

προέβαινον of προὔβαινον kunnen beiden voorkomen




Slide 19 - Slide

Het imperfectum van εἰμί
ἦ(ν)
ἦσθα
ἦν
ἦμεν
ἦτε
ἦσαν

Slide 20 - Slide