Les 23 3HT schooljaar 2024/25 (kw 50)

1 / 27
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hallo Klasse 3HT! 

Slide 2 - Slide



  • Hausaufgaben 16. Dez
  • Hausaufgabenkontrolle 9. Dez


  • GOTD Raff
  • Wiederholung Imperativ
  • Wiederholung best. & unbestimmte Artikel
  • der-groep en ein-groep 1e & 4e nmv
  • Interview 









Slide 3 - Slide

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:


Bis Montag 16. Dezember online afmaken!
S. 91 Aufg. 13
S. 92 Aufg. 1
S. 95 Aufg. 6
S. 98 Aufg. 10
S. 108 woorden leren L5







Slide 4 - Slide

Huiswerk
HAUSAUFGABENKONTROLLE


Bis Montag 9. Dezember online afmaken!
S. 77 Aufg. 14 
S. 79 Aufg. 3
S. 81 Aufg. 6
S. 82 Aufg. 7 Magister inleveren
S. 108 woorden leren L4, L5







Slide 5 - Slide

Vorhang auf für Raff!

Slide 6 - Slide

Ihr seid dran!
Verbeteringen?
Ja, welke?
Nee, waarom?
Wat vond je goed?

Slide 7 - Slide

Wiederholung

Grammatik

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Welke afbeelding hoort erbij?

Slide 10 - Slide

Wiederholung

bestimmte & unbestimmte
Artikel 

Slide 11 - Slide

Vind het zelfstandige naamwoord.

Wat is het bepaalde lidwoord?

Slide 12 - Slide

Was ist das?
schrijf de dierennamen op met het juiste lidwoord

Slide 13 - Slide

der-groep en ein-groep

 1e en 4e naamval

- uitgang van het lidwoord verandert in de 1e en 4e naamval

Slide 14 - Slide

Ein- und der-Gruppe
Hier zie je nog meer woordjes die altijd een naamval hebben: ze zijn in twee groepen verdeeld omdat ze verschillende uitgangen krijgen.

Slide 15 - Slide

Naamvallen
Wat is een naamval?
Een middel waarmee de grammaticale functie van een bepaald woord in een zin wordt aangegeven. In het Duits staat ieder zinsdeel in een bepaalde naamval.

Hoe veel naamvallen zijn er in het Duits?

1e=Nominativ
2e=Genitiv
3e=Dativ
4e=Akkusativ

Slide 16 - Slide

Naamvallen
1. Zinsontleding
2. Der-groep & ein-groep in de 1e en 4e naamval

Slide 17 - Slide

Zinsontleding
Zinsdelen:

het onderwerp staat in het Duits altijd in de 1e naamval [Nominativ]
het lijdend voorwerp staat in het Duits altijd in de 4e naamval [Akkusativ]
het meewerkend voorwerp staat in het Duits altijd in de 3e naamval [Dativ]

Zinsontleding:
Je kunt de naamval van een zinsdeel bepalen door de zin te ontleden.

Slide 18 - Slide

Hij/Hem-regel
Het onderwerp kan je vervangen door HIJ
Het lijdend voorwerp kan je vervangen door HEM

HIJ staat ook voor: Ik,jij,zij,wij,jullie
HEM staat ook voor: mijn, jouw, haar

Slide 19 - Slide

"Ik heb een taart gekocht."
Wat is het gezegde? 
Wat is het onderwerp? 
Wat is het lijdend voorwerp? 

Slide 20 - Slide

Vragen zinsontleding
gezegde= alle werkwoorden en persoonsvormen in de zin
Onderwerp 1e naamval
Lijdend voorwerp 4e naamval

Slide 21 - Slide

Lasst uns üben
https://duits.net/oefeningen/naamvallen/nominatief/

https://duits.net/oefeningen/naamvallen/accusatief/

Slide 22 - Slide

Tief durchatmen!
timer
5:00

Slide 23 - Slide

Interview
werkt in viertalen (Interviewer, Interviewde, 2 feedbackgever)
ca. 5 min per rond
Waarop moet je opletten?
  • Inhoud
  • uitspraak
  • woordenschat/ Redemittel
  • Top & Flop: geef eerlijk feedback en verbeterpunten


Seite 82 Aufgabe 8

Slide 24 - Slide

Noch Zeit?
beginnt mit euren Hausaufgaben online
Bis Montag 16. Dezember online afmaken!
S. 91 Aufg. 13
S. 92 Aufg. 1
S. 95 Aufg. 6
S. 98 Aufg. 10
S. 108 woorden leren L5

Slide 25 - Slide

Ausblick zur nächsten Stunde

  • Kapitel 2- Stuttgart abrunden

  • Interview führen




Slide 26 - Slide

Tschüss und Dankeschön!

Slide 27 - Slide