27/11

DEZE LES:
- Herhaling verwijswoorden en verkleinwoorden
- Zelfstandig aan het werk


1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

DEZE LES:
- Herhaling verwijswoorden en verkleinwoorden
- Zelfstandig aan het werk


Slide 1 - Slide

VERWIJSWOORDEN
Je gebruikt mijn, jouw, je als er een bezit achter staat:
Dit is mijn jas. Dat is jouw mening. Je moet je broer bellen. 

Je gebruikt mij, me, jou, je als er geen bezit achter staat:
Waarom luistert niemand naar jou? Gisteren vroeg je me om advies. Wil je mij die schoenen even geven?

Slide 2 - Slide


Dat konijn van .... is het liefste dat ik ooit heb gezien.
A
jou
B
jouw

Slide 3 - Quiz


Gelukkig kan ik altijd op .... rekenen.
A
jou
B
jouw

Slide 4 - Quiz


Wil je ... kleren even opruimen?
A
jou
B
jouw

Slide 5 - Quiz

Jordy heeft al ... kleren uit de kast getrokken.
A
me
B
mijn

Slide 6 - Quiz

Kunt u ... vertellen wanneer de film begint?
A
me
B
mijn

Slide 7 - Quiz


Heeft Casper ... mail al gelezen?
A
mij
B
mijn

Slide 8 - Quiz

VERKLEINWOORDEN
Een verkleinwoord kun je meestal maken door het achtervoegsel -je erachter te plakken:

stok - stokje
huis - huisje
muis - muisje

Slide 9 - Slide

-je ergens achter plakken werkt niet altijd, soms moet je nóg een letter toevoegen of soms zelfs het woord veranderen:

koning - koninkje
auto - autootje
tekening - tekeningetje

Slide 10 - Slide

Kies het juiste verkleinwoord
van kado:

A
kadotje
B
kadootje

Slide 11 - Quiz

Kies het juiste verkleinwoord
van pudding:
A
pudding
B
puddinkje

Slide 12 - Quiz

Kies het juiste verkleinwoord
van gehaktbal:
A
gehaktbaltje
B
gehaktballetje

Slide 13 - Quiz

Schrijf de juiste verkleinvorm op:
boterham

Slide 14 - Open question

Schrijf de juiste verkleinvorm op:
jongen

Slide 15 - Open question

Zelf aan het werk
MAKEN:
Hoofdstuk 4, taalverzorging: - verwijswoorden
                                                               - verkleinwoorden

KLAAR? Laat eerst zien aan de juf. 
Dan heb je tijd voor jezelf. 




Slide 16 - Slide