11. voorzetsels

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

                          telefoon 

Ravi

Aya

Georgi

bereid je voor:

1. el chicle, la gorra, los auriculares, la mesa y la silla

2. heb je schrift (libreta) klaar

3. heb je laptop klaar, neem een laptop van receptie als je een laptop nodig hebt.

4. OBSERVATIE: herhaald afwijzende gedrag = AN Magister

aan het einde van deze les gaan wij feedback geven

Wat wordt er van mij verwacht? 

TOETS	PRODUCT
- Er komen nog 2 opdrachten deze periode: eindproduct + een leesopdracht (na Passen) - Is je cuaderno af aan het einde van de periode? Dan krijg je een extra punt op je product of toets: je keuze	- Je gaat een video/presentatie maken waarin je jouw eigen huis/droomhuis laat zien. Je moet je slaapkamer en meubels (met vorzetsels) beschrijven - Je mag dit maken bij jou thuis, op de sims, op minecraft, op een ander programma wat jij leuk vindt! - De rubric staat op GOOGLE DOCS LET OP: SCHRIJF JE PRESENTATIE EERST UIT, VRAAG FEEDBACK - Inleveren vóór vrijdag 5 april om 17:00

Lesdoelen

-  voorzetsels

1 uur: script van video/presentatie

2e uur: luistertoets - uitslagen

VANDAAG DOEN WE...

1. overzicht voorzetsels: mi dormitorio

2.  voorzetsels theorie

3. dictee

4. knowledge check

5. EXIT TICKET: dónde está... - je geef antwoord

¿QUÉ HAY EN EL DORMITORIO?

¿dónde?

p.22

la ventana está 

la puerta está

el armario está

los libros están

una cama

una silla

una alfombra

en la pared

entre la tele y el armario

a la izquierda de la puerta

encima de la estantería

VANDAAG DOEN WE...

1. overzicht voorzetsels: mi dormitorio 5min

2. voorzetsels theorie 5 min + 10 oefenen

3. dictee 5 min

4. knowledge check = Kahoot 5min

5. project

Necesitas la libreta

Necesitas

el cuaderno

Necesitas

la libreta

THE VERB ESTAR (to be situated/locatie)

están

Preposiciones de lugar 

debajo de (lidw)	onder
encima de (lidw)	(boven) op
al lado de (lidw)	naast
delante de (lidw)	voor
detrás de (lidw)	achter

a la derecha de	rechts van
a la izquierda de (lidwoord)	links
entre	tussen
en (lidwoord)	in / op

¡OJO! 

de + el = del 

Als in het Engels MOET

    + of. = de

Está delante  de

Está detrás de

Está debajo de

Está dentro

de

Está en, sobre, encima de

Está entre

Está a la izquierda de

Está a la derecha de

Adverbios de lugar = bijwoorden van plaats.

• Ze geven een plaatsaanduiding weer.

p.22

1. encima de la 

2. debajo de

3. al lado de/ a la izquierda de

4. al lado de/ al la derecha de

5. debajo de / entre

6. a la derecha de

7. a la izquierda de/ al lado de

www.liveworksheets.com

VANDAAG DOEN WE...

1. overzicht voorzetsels: mi dormitorio 5min

2.  voorzetsels theorie 5 min + 10 oefenen

3. dictee 5 min

4. knowledge check = Kahoot 5min

5. project

                    Waar iets zich bevindt

¿Dónde está el pato?

Delante de...  

Detrás de...    

Al lado de...     

Entre                

Enfrente de...  

Sobre                 

Dentro de....      

Encima de...     

A la izquierda/derecha de..

¿tienes memoria visual?

mira la clase durante un minuto - 

ahora ve a fuera

Instructies:

un alumno 

mira la clase 30 segundos

ve a fuera de la clase (no mires!) 1 minuto

Los demás (de rest) bewegen zichzelf y los muebles. 5-7 cambios (escoge)

VOOR:

La silla estaba debajo de la mesa

De stoel was onder de tafel

Anita estaba a la derecha de la clase

NU:

Ahora la silla está al lado de la mesa

Nu is de stoel naast de tafel

Ahora Anita está encima de la mesa

create.kahoot.it

VANDAAG DOEN WE...

1. overzicht voorzetsels: mi dormitorio 5min

2. voorzetsels theorie 5 min + 10 oefenen

3. dictee 5 min

4. knowledge check = Kahoot 5min

5. project

opdracht dictaat: 

Ik beschrijf mijn kamer in het Spaans. Jullie moeten een tekening doen... Good luck!

link design a room

VANDAAG DOEN WE...

1. overzicht voorzetsels: mi dormitorio 5min

2. voorzetsels theorie 5 min + 10 oefenen

3. dictee 5 min

4. knowledge check = Kahoot 5min

5. project

la ventana está 

la puerta está

el armario está

los libros están

una cama

una silla

una alfombra

en la pared

entre la tele y el armario

a la izquierda de la puerta

encima de la estantería

VANDAAG DOEN WE...

1. overzicht voorzetsels: mi dormitorio 5min

2. voorzetsels theorie 5 min + 10 oefenen

3. dictee 5 min

4. knowledge check = Kahoot 5min

5. project

Wat wordt er van mij verwacht? 

TOETS	PRODUCT
- Er komen nog 2 opdrachten deze periode: eindproduct + een leesopdracht (na Passen) - Is je cuaderno af aan het einde van de periode? Dan krijg je een extra punt op je product of toets: je keuze	- Je gaat een video/presentatie maken waarin je jouw eigen huis/droomhuis laat zien. Je moet je slaapkamer en meubels (met vorzetsels) beschrijven - Je mag dit maken bij jou thuis, op de sims, op minecraft, op een ander programma wat jij leuk vindt! - De rubric staat op GOOGLE DOCS LET OP: SCHRIJF JE PRESENTATIE EERST UIT, VRAAG FEEDBACK - Inleveren vóór vrijdag 5 april om 17:00

GRAMÁTICA

A-O-woord	A - woord	OS	AS
UN	UNA	UNOS	UNAS

HAY

HAY + UN/UNA = verplicht - HAY+ UNOS/UNAS niet verplicht

En mi dormitorio HAY un/una/unos/unas

Mi dormitorio TIENE un/una/unos/unas

HAY 

 ESTAR

 ESTAR: moet vervoegd worden

             

  - LOCATIE

  - EMOTIE

  - IETS WISSELEND

Niet vervoegd, altijd HAY

Begint een zin met 

"EN" = 99% HAY erbij

AY uitgesproken

Combinieren met: un - una

                            unos - unas

Yo estoy

tú estás 

él/ella está

nosotros estamos

vosotros estáis

ellos /asestán

TENER 

 SER

 SER: moet vervoegd worden

             

              - BESCHRIJVING

              - TIJD

              - BEROEP

              - NIET WISSELEND - FACTS

              

HEBBEN: iets hoort bij iets

Als je "tener" met "que" combineert betekent het: have to = moet

Yo tengo

tú tienes 

él/ella tiene

nosotros/as tenemos

vosotros/as tenéis

ellos/as tienen

Yo soy

tú eres 

él/ella es

nosotros/as somos

vosotros/as sois

ellos/as son

opdracht curiosity: 

beschrijf en huis en je slaapkamer in het Spaans. 

MAVO mag alleen het kamer 

Wat moet erin?

Kijk de opdracht in Google Classroom. 

CASA: waar? Hoe? Hoeveel? (kamers, verdiepingen), welke meubelen?

waarom vind je je huis leuk?

CASA

Vivo en un piso antiguo. Está en el este de Amsterdam, cerca del centro. Mi piso tiene una habitación, un dormitorio, una cocina, un salón, un baño, un lavabo y una ducha. En la cocina hay..., en el salón hay... 

En la cuarta planta hay un ático. Me gusta mi piso porque es acogedor. MI habitación favorita es la cocina porque me gusta cocinar

HABITACIÓN

Mi dormitorio es muy grande. La pared de la derecha es de color verde. Tiene una cama doble con dos mesillas y un armario con un espejo muy grande delante de la cama. También tiene una cómoda con cajones a la derecha, un póster de Eros y Psique en la pared y una alfombra en el suelo.

¿dónde está...?

Volledig zin 

Está [voorzetsel] de [---]