3.4 - zwanger worden

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Thema 3:

Liefde en seksualiteit

Basisstof 4 - zwanger worden

Hier vindt de ovulatie plaats

1. eileider
2. baarmoeder
3. eicellen
4. eierstokken

Door wie wordt de cel hiernaast aangemaakt?

1. Man
2. Vrouw

Hier worden de zaadcellen aangemaakt

1. prostaat
2. bijballen
3. zaadblaasjes
4. teelballen

Een ander woord voor ongesteld is...

eierstokken

De eileider

de baarmoeder

maagdenvlies

clitoris

In de eierstokken worden de vrouwelijke geslachtcellen gemaakt de eicellen

vervoert de rijpe eicel naar de baarmoeder

Hierin groeit het ongeboren kindje

randje slijmvlies aan het begin van de vagina

Gevoelig voor seksuele prikkels

Wat gebeurt er als je geen anticonceptiemiddelen gebruikt?

Leerdoelen

Je kan uitleggen waar de bevruchting en innesteling plaatsvindt. 

Je kan uitleggen hoe de zwangerschap en bevalling verlopen

Je kan voorbeelden geven van verschillende soorten prenataal onderzoek. 

Bevruchting

Tijdens de bevruchting smelten de celkernen van de zaadcel en de eicel samen. 

Er ontstaat dan een embryo.

Er ontstaat een laag waardoor andere zaadcellen niet meer in de eicel kunnen.

De bevruchting vindt plaats in de eileiders, na de ovulatie (eisprong).

Na de bevruchting:

• Celdeling van het embryo (groeien)
• verplaatsen naar de baarmoeder
  
• Innesteling in de baarmoeder
  

Celdeling

Als de eicel is bevrucht

Geen menstruatie

Innestelling

ovulatie (eisprong)

Innestelling

• 5-7 dagen na bevruchting
• Vanaf dat moment zwanger
• Embryo produceert hormonen die menstruatie en eisprong voorkomen
• Embryo haalt voedingsstoffen uit het baarmoederslijmvlies tot de placenta gevormd is.

Wanneer is een vrouw zwanger?

Als een man en vrouw rond het tijdstip van de eisprong (14e dag van de menstruatiecyclus) geslachtsgemeenschap hebben, kan een eicel bevrucht worden.

Bevruchting = de kern van de zaadcel smelt samen met de kern van de eicel.

- Eén nieuwe celkern ontstaat

- Gebeurt in de eileider

- Eicel ondoordringbaar voor andere zaadcellen

Celdeling
- Bevruchte eicel deelt zich steeds weer

- Bolletje cellen ontstaat

- Na +/- 6 dagen komt het bolletje cellen in de baarmoeder 

Innestelling = het bolletje cellen zet zich vast in het dikke baarmoederslijmvlies.
- Vrouw is nu zwanger

Innesteling

De eerste 8 weken spreken we over een embryo, na deze 8 weken spreken we over een foetus. Na de geboorte noem je het kind een baby.

Placenta

De placenta is een orgaan die voor stofwisseling tussen het bloed van moeder en kind zorgt. 

Navelstreng

In de eerste paar weken krijgt het embryo voedingsstoffen via het baarmoederslijmvlies. Daarna neemt de placenta deze functie over. Via de navelstreng komen de voedingsstoffen bij het embryo.

embryo in vruchtvliezen

foetus in vruchtvliezen.

Waaraan kun je zien dat jij vast hebt gezeten aan je moeder?

Prenataal onderzoek

Pre - voor

Nataal - geboorte 

Prenataal onderzoek - onderzoeken voor de geboorte van de baby.

Echo

vruchtwaterpunctie

NIPT

NIPT

= Niet-invasieve prenatale test

• Bloedtest (van de moeder)
  
• Bevat DNA van de placenta, deze bevat DNA van de baby
• Checkt de chromosomen

De bevalling

Het eerste teken dat de bevalling is gestart zijn weeën. 

De weeën zijn spiersamentrekkingen, deze zorgen voor ontsluiting van baarmoederhals en de baarmoedermond. 

Bevalling

Zodra er volledige ontsluiting is (10 cm) starten de persweeën, de uitdrijving begint dan.

Hoelang duurt de eerste bevalling gemiddeld?

1. 3 tot 6 uur
2. 7 tot 12 uur
3. 12 tot 24 uur
4. 24 tot 48 uur.

Nageboorte

Na de uitdrijving van de baby, komt de nageboorte.

De nageboorte bestaat uit de placenta, navelstreng en vruchtvliezen.