week 2 les 2

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Welk woord zoek ik?

Welk woord zoek ik?

Welk woord zoek ik?

Welk woord zoek ik?

Welk woord zoek ik?

Welk woord zoek ik?

Typ het woord dat je hoort

Typ het woord dat je hoort

Iris blaast op

1. tt
2. vt
3. vd

Iris blaast op
v.t. Iris............

Iris blaast op
v.d. Iris heeft............

hij stort

1. tt
2. vt
3. vd

hij stort
v.t. hij........

hij stort
v.t. hij heeft........

de vogel aasde

1. tt
2. vt
3. vd

de vogel aasde
t.t. de vogel...........

de vogel aasde
v.d. de vogel heeft...........

ik verbrand

1. tt
2. vt
3. vd

ik verbrand
v.t. ik...........

ik verbrand
v.d ik ben...........

Ik ben klaar

1. 1e persoon
2. 2e persoon
3. 3e persoon

Hij heeft nog tijd nodig.

1. 1e persoon
2. 2e persoon
3. 3e persoon

Word je al 12?

1. 1e persoon
2. 2e persoon
3. 3e persoon

Besparen
t.t. Je........veel energie.

denken
Ik..........vaak aan het milieu

troosten
Ik..........jou gisteren.

faxen
Hij..........de brief vorige week.

smoezen
Wij hebben met elkaar...........

eten
Ik heb veel spinazie.......

faxen
De...........brief

geloven
Het............verhaal