test jezelf thema 7

Wat voor woord is maakt ?
Mischa maakt een enorm lange wereldreis.
A
ww
B
bnw
C
znw
D
bw
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat voor woord is maakt ?
Mischa maakt een enorm lange wereldreis.
A
ww
B
bnw
C
znw
D
bw

Slide 1 - Quiz

Wat voor woord is enorm ?
Mischa maakt een enorm lange wereldreis.
A
ww
B
bnw
C
znw
D
bw

Slide 2 - Quiz

Wat voor woord is lange ?
Mischa maakt een enorm lange wereldreis.
A
ww
B
bnw
C
znw
D
bw

Slide 3 - Quiz

Wat voor woord is wereldreis?
Mischa maakt een enorm lange wereldreis.
A
ww
B
bnw
C
znw
D
bw

Slide 4 - Quiz

Wat voor woord is wereldschool ?
De wereldschool coacht haar goed.
A
ww
B
bnw
C
znw
D
bw

Slide 5 - Quiz

Wat voor woord is coacht?
De wereldschool coacht haar goed.
A
ww
B
bnw
C
znw
D
bw

Slide 6 - Quiz

Wat voor woord is goed ?
De wereldschool coacht haar goed.
A
ww
B
bnw
C
znw
D
bw

Slide 7 - Quiz

Welk woord of woorddelen in de zin kun je samentrekken?
Ik speel graag een potje voetbal en ik speel graag een potje hockey.
A
ik speel
B
graag
C
een potje
D
ik speel graag een potje

Slide 8 - Quiz

Welk woord of woorddelen in de zin kun je samentrekken?
In de onderbouw en de bovenbouw merk je al meer verschillen.
A
onderbouw
B
bovenbouw
C
bouw
D
bouw de

Slide 9 - Quiz

Benoem in onderstaande zin het onderwerp .
Ze liet hem niet de keuze.
A
ze
B
liet
C
hem
D
keuze

Slide 10 - Quiz

Benoem in onderstaande zin het lijdend voorwerp.
De klas tolereert zijn aanwezigheid blijkbaar niet.
A
de klas
B
tolereert
C
zijn aanwezigheid
D
aanwezigheid

Slide 11 - Quiz

Benoem in onderstaande zin het meewerkend voorwerp.
Desalniettemin stuurt hij Daphne een boodschap.
A
stuurt
B
hij
C
Daphne
D
een boodschap

Slide 12 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
De club kinderen ... zich heel erg voor ons elftal. (schamen)
A
schamen
B
schaamden
C
schaamt
D
geschaamd

Slide 13 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Zelfs buitenstaanders zoals de media ... zich er nu al mee. (bemoeien)

A
bemoeiden
B
bemoeit
C
bemoeid
D
bemoeien

Slide 14 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

De politici ... feest in de Tweede Kamer. (vieren)

A
vierden
B
viert
C
vieren
D
vierend

Slide 15 - Quiz