Hoofdstuk 2 C en D 4/12/'23

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom A1D

Schrijfkwartier

Lesdoel

- Je leert welke doelen een schrijver kan hebben met een tekst.

Aan de slag

- Nakijken opd. 1 t/m 6 op blz. 28 (blz. 21).

Klaar?

- Maak opd. 7,8 op blz. 30

Klaar?

- Zoek de betekenis van de grijsgedrukte woorden op van paragraaf A t/m C blz. 24,26 en 30.

in een kwaad daglicht stellen

1. overdrijven
2. iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
3. negatieve dingen over iemand vertellen
4. roddels

waar rook is, is vuur

1. negatieve dingen over iemand vertellen
2. een roddel is vaak voor een deel waar
3. heel oud, verzonnen verhaal; vaak over goden
4. iets wat met magie of toverkracht te maken heeft

aandikken

1. negatieve dingen over iemand vertellen
2. iets wat informatie overbrengt
3. overdrijven
4. iets wat met magie of toverkracht te maken heeft

sensationeel

1. bijzonder, met veel spektakel
2. iets extra belangrijk maken
3. roddels
4. iets wat met magie of toverkracht te maken heeft

de achterklap

1. iets wat informatie overbrengt
2. iets extra belangrijk maken
3. roddels
4. iets wat met magie of toverkracht te maken heeft

de mythe

1. iets wat informatie overbrengt
2. heel oud, verzonnen verhaal; vaak over goden
3. negatieve dingen over iemand vertellen
4. iets wat met magie of toverkracht te maken heeft

benadrukken

1. iets wat informatie overbrengt
2. iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
3. negatieve dingen over iemand vertellen
4. iets extra belangrijk maken

het medium / de media

1. iets wat informatie overbrengt
2. iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
3. negatieve dingen over iemand vertellen
4. roddels

magisch

1. overdrijven
2. iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
3. heel oud, verzonnen verhaal; vaak over goden
4. roddels

kennelijk

1. overdrijven
2. iets extra belangrijk maken
3. heel oud, verzonnen verhaal; vaak over goden
4. blijkbaar

Korte presentaties

Bereid een korte presentatie voor van 45 seconden over een onderwerp dat je leuk vindt. Je presenteert dat maandag 18 of dinsdag 19 december aan de klas.

Huiswerk

- Maak opd. 7,8 op blz. 30 en zoek de betekenis van de grijsgedrukte woorden op van paragraaf A t/m C op blz. 24,26 en 30.