This lesson contains 41 slides, with text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Slide 2 - Video
Welkom!
Ben je klaar voor de les?
Slide 3 - Slide
Economie - Havo 5
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
De bloedsom.... ehh economische kringloop
Quesnay vergeleek de samenhang tussen sectoren met de bloedsomloop.
De organen zijn de sectoren en het bloed is het geld dat stroomt van de ene sector naar de ander.
Slide 6 - Slide
Reële & monetaire
kringloop
Economie voor met alleen gezinnen en bedrijven
De gezinnen bieden hun productiefactoren (arbeid, kapitaal, natuur, ondernemerschap) aan aan de bedrijven. In ruil daarvoor ontvangen ze inkomen.
De gezinnen krijgen goederen en diensten van de bedrijven in ruil voor geld; consumptieuitgaven.
Zwarte pijlen zijn reële stromen
Rode pijlen geven monetaire/geld stromen weer
De economische kringloop geeft enkel monetaire stromen weer.
Slide 7 - Slide
De blauwe en groene pijlen zijn de goederen / diensten en productiefactoren. Dit zijn de reële factoren. De rode pijlen zijn geldstromen. Dit zijn monetaire factoren.
Slide 8 - Slide
Financiële instellingen
Financiële instellingen/banken komen erbij
Gezinnen sparen een deel van hun inkomen S => Besparingen
Banken lenen dit door aan bedrijven
Dit is (de geldstroom van) I => Investeringen
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Overheid
Overheid komt erbij
Gezinnen moeten belasting betalen B => Belastingen
De overheid doet bestedingen bij de bedrijven O => Overheidsbestedingen
De financiële instellingen lenen ook aan de overheid (als O groter dan B)
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Buitenland
Buitenland komt erbij
Bedrijven handelen met het buitenland
Import M => geldstroom van bedrijven naar het buitenland
Export E => geldstroom van buitenland naar bedrijven
Financiële instellingen lenen ook aan buitenland (als E groter dan M)
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Notatie
Alleen letters
Lening aan overheid is O - B (Overheidsbestedingen min Belastingen)
Lening aan buitenland is E - M (Export min Import)
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Huiswerk
Nakijken 1.1 t/m 1.19
Maken 2.1 t/m 2.10
Slide 17 - Slide
Welkom!
Ben je klaar voor de les?
Slide 18 - Slide
Notatie
2 minuten
Welke letters (geldstromen) horen op de plaats van de kleine letters?
Mag samen met je buur
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Oplossing
a) B => Belastingen
b) O => Overheidsbestedingen
c) Y => Nationaal Inkomen
d) S => Besparingen
e) I => Investeringen
f) C => Consumptie
g) E => Export
h) M => Import
i) E-M => Lening aan het buitenland
j) O-B => Lening aan de overheid
Slide 22 - Slide
Per sector
Y blijft constant in model
Per sector kun je kijken naar de inkomsten en uitgaven
Gezinnen Y = C + B + S
Bedrijven Y = C + I + O + E - M
'Macro-economische identiteiten'
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Per sector
Financiële instellingen
Geldstromen die langs financiële instellingen gaan
O - B => lening aan de overheid
E - M => lening aan het buitenland
S - I => verschil tussen besparingen en doorgeleende investeringen
'Salderen' ( X - Y) => drie 'saldo's (saldi)
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
BBP / Nationaal Inkomen
Manieren om BBP te berekenen
Objectief en subjectief (vorige week)
Nieuw via model => Bestedingsmethode
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Huiswerk
Nakijken 1.1 t/m 1.19
Maken 2.1 t/m 2.10
Slide 30 - Slide
Welkom!
Ben je klaar voor de les?
Slide 31 - Slide
Video
'Waarom een budgetoverschot heel erg slecht is voor Nederland' RTL-Z
Vragen
Volgens de
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Video
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Welkom!
Ben je klaar voor de les?
Slide 39 - Slide
Planning
Theorie hoofdstuk 2 is besproken
Maak af en/of kijk na 1.1 t/m 1.19
Maak af en/of kijk na 2.1 t/m 2.10
Klaar? Opgave kringloop
Les hoofdstuk 2 is gedeeld in magister (extra uitlegfilmpjes)