- Groepjes vormen 3/4 personen, minimaal 2 casussen per groepje.
- 1 Cliënt, 1 zorgverlener, 1 observator.
- Speel de casus zoals je deze in praktijk ook altijd doet, evalueer: : wat ging er goed, wat kan er nog beter? De evaluatievragen worden zowel door de observator als door de cliënt en zorgverlener beantwoordt.
- Speel de casus nogmaals, deze keer is de zorgverlener zich bewust van zijn lichaamstaal gedurende het gesprek, zones van contact en gebruikt hij/zij de basisvaardigheden van communicatie. Evalueer opnieuw.
- Hierna wisseling van casus en van rolverdeling. Zorg dat iedereen uit het groepje 1x elke rol gehad heeft.