This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Welkom!
Slide 1 - Slide
Deze les
Herhalen + nakijken 3.2
Uitleg 3.3
Maken 3.3(?)
Afsluiting
Slide 2 - Slide
3.2 Europa wordt christelijk
Nakijken 3.2
Slide 3 - Slide
3.3 Machtige heren, horige boeren
Slide 4 - Slide
Aan het eind van deze paragraaf kun je deze vragen beantwoorden:
Welke soort samenleving bestond in de tijd van Monikken en Ridddrs?
Welke mensen noemen we 'heren' en welke mensen noemen we 'horigen' ?
Wat is het hofstelsel?
Noem 3 plichten van de horige boer
Welk recht had de horig boer?
Wat zijn herendiensten? Noem voorbeeld.
Welke 2 standen waren er in de tijd van Monikken en Ridders ontstaan?
Wat zijn privileges, noem voorbeeld
Slide 5 - Slide
Begrippen
domein
heerlijkrecht
heren
horigen
hofstelsel
herendiensten
horigheid
stand
privileges
Slide 6 - Slide
Tijdens het Romeinse Rijk
Steden
Landbouw
Bestuur
Leger
Slide 7 - Slide
Na het Romeinse Rijk
Steden
Landbouw
Bestuur
Leger
Is hier sprake van verandering of continuiteit in de geschiedenis?
Waarom?
Slide 8 - Slide
Val van het West Romeinse Rijk -> Gevolgen
1. Alle steden werden geplunderd
2. Geen bescherming van Romeins
bestuur.
3. Handel liep terug.
4. Stedelingen trekken naar het
platteland -> veilig wonen op land van de heer.
=> Van landbouwstedelijke samenleving terug naar landbouwsamenleving!
Slide 9 - Slide
Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer (de heer)
De heer geeft
Bescherming
Landbouwgrond
In ruil geeft de boer:
Deel van oogst
Herendiensten
Horigen
Slide 10 - Slide
Een wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
De boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij de boerderij waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het hof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.
Slide 11 - Slide
Drie standen
Als je in de tijd van monniken en ridders leefde hoorde je bij een stand. Je kon NIET van de ene naar de andere stand, je afkomst bepaalde dus je stand.
Edelen (de mensen van adel: graven, koningen e.d.)
Geestelijken (de mensen van de kerk: monniken, priesters)
Boeren en horigen
Groep 1 en 2 was maar een klein deel van de bevolking. Zij hadden privileges -> dit zijn voorrechten, bijvoorbeeld dat zij geen belasting hoefden te betalen. De edelen werden steeds rijker, de armen steeds armer.