AFP Hormonen, herhalingsles

Herhaling AFP Hormonen
Paraveterinair P4 21-22
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling AFP Hormonen
Paraveterinair P4 21-22

Slide 1 - Slide

De hypothalamus
A
bestaat uit een voor- en een achterkwab
B
controleert de concentratie hormonen
C
stuurt de achterkwab aan via het bloed
D
kan teveel groeihormoon maken

Slide 2 - Quiz

Hypothalamus

Slide 3 - Slide

Hypofyse voorkwab

  1. GroeiHormoon
  2. Thyroid Stimulerend Horm.
  3. AdrenoCortico Troop Horm.
  4. Follikel Stimulerend Horm.
  5. Luteiniserend Hormoon
  6. Prolactine
Hypofyse achterkwab

  1. Oxytocine
  2. Anti-Diuretisch Hormoon =  vasopressine


Engels voor hypofyse = pituitary gland

Slide 4 - Slide

Wat is GEEN gevolg van hypopituitarisme
A
Dwerggroei
B
Hypothyreoidie
C
Diabetes insipidus
D
Acromegalie

Slide 5 - Quiz


A

Slide 6 - Quiz

Waar of niet waar?
Een hypothyroidie komt regelmatig voor bij honden van middelbare leeftijd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Wat voor symptomen heeft een kat met een hyperthyroidie?

Slide 8 - Open question

Wat voor bepalingen zal een DA doen bij een schildklier-verdenking?
A
Thyroxine
B
TSH
C
Thyroxine en TSH
D
Geen van de genoemde

Slide 9 - Quiz

Een kat heeft een hyperthyroidie
Welke aandoeningen komen dan ook vaak voor?

Slide 10 - Open question

Hyperthyroidie
Te snelle celstofwisseling

Aanslag op hart
Hoge bloeddruk op de loer
Hierdoor blindheid mogelijk
(netvlies laat los)

Slide 11 - Slide

Welk hormoon komt uit de bijschildklier? En wat doet het?
A
Calcitonine; stuurt calcium naar bloed
B
Paraathormoon; stuurt calcium naar bloed
C
Calcitonine; stuurt calcium naar botten
D
Paraathormoon; stuur calcium naar botten

Slide 12 - Quiz

Ca nodig voor hart.  
Onvoldoende Ca in voer
Rubber jaw, buigbare neus
Green stick fractures: idem

Slide 13 - Slide

Welk hormoon heeft niet direct iets met de nieren te maken?
A
Erytropoetine
B
Aldosteron
C
Renine
D
Cortisol

Slide 14 - Quiz

RAAS
Renine 
         (hormoon uit nieren)
Angiotensine
Aldosteron 
      (hormoon uit bijnierschors -> 
        via osmose minder geplast)
Systeem


Slide 15 - Slide

Het hormoon cortisol
A
is een mineralo-corticosteroid
B
komt uit het merg van de bijnieren
C
stimuleert het immuunapparaat
D
komt vrij bij stress, net als (nor)adrenaline

Slide 16 - Quiz

Cortisol
Vrij bij stress, uit de de bijnierschors (cortex = schors)
Maakt glucose beschikbaar voor stress-respons

In synthetische vorm: "cortico's", prednison, dexamethason
Verlagen immuunreactie: nuttig bij allergie / auto-immuun
Maar vele bijwerkingen, zoals suikerziekte en Cushing

Slide 17 - Slide

Sympatische ZS overheerst, (nor)adrenaline hoog
Parasympatische ZS overheerst
Bleke slijmvliezen
Rode, warme oren
Lage pols-frequentie
Snelle ademhaling
Wijde pupillen
Glucose van lever naar bloed
Spijsvertering optimaal

Slide 18 - Drag question

Slide 19 - Slide

Wat is NIET waar?
De ziekte van Cushing ....
A
is een hyperadrenocorticisme
B
zorgt dat het dier erg mager wordt
C
kan door een hypofyse-tumor komen
D
geeft een dunne huid en een kalige vacht

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Bij suikerziekte is de hoeveelheid glucose .....
A
in de cellen te hoog
B
wordt er te weinig glucagon gemaakt
C
in het bloed hoog
D
zijn de alfa-cellen in de pancreas uitgeput

Slide 22 - Quiz

Bij suikerziekte is het heel belangrijk dat je de patient EERST insuline spuit, en dan pas voert
JUIST
NIET JUIST

Slide 23 - Poll

Wat zijn stapelingsziekten? Noem ook 2 voorbeelden

Slide 24 - Open question

Stapelingsziekten
Stoffen die normaal worden afgebroken/uitgescheiden blijven nu in lichaam -> stapelen zich bijv. in hersenen, lever en nieren

Vaak erfelijk gebrek aan bepaalde enzymen
Labrador, Bedlington terrier: koperstapeling in lever
Abessijn: amyloidose (eiwit met afwijkende vorm) 

Slide 25 - Slide