This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Les connecteurs
Doel: Ik ken signaalwoorden en hun verbanden
Leesvaardigheid
les 5
Slide 1 - Slide
Tips & tricks
Je hoeft niet alles te weten / te begrijpen
om de vraag juist te kunnen beantwoorden.
Herhaling uit de vorige lessen
Slide 2 - Slide
Tips & tricks
Basis:
signaalwoorden herkennen & weten wat zij aangeven
in grote lijnen begrijpen waar de tekst over gaat
voorbeelden kunnen herkennen
meningen kunnen herkennen
Deze les:
Slide 3 - Slide
Signaalwoorden
Aaneenschakeling
Et – en
Aussi – ook
D’abord – ten eerste
Ensuite – vervolgens
Enfin / finalement – ten slotte
Tijd
Aujourd’hui – vandaag
Pendant – gedurende
Après – daarna
Uitleg
Car / parce que – want / omdat
C’est pourquoi / c’est que – daarom
Comme ça – zo / op die manier
Voorbeeld
Par exemple – bijvoorbeeld
Comme – zoals
Comme si – alsof (maar het is niet zo)
Conclusie
Bref – kortom
En résumé – samenvattend
Donc / alors – dus
Tegenstelling
Mais – maar
Pourtant – toch
Alors que / tandis que – terwijl
Slide 4 - Slide
Wat is de betekenis en het verband van 'bref'?
A
daarna - tijd
B
gedurende - tijd
C
kortom - conclusie
D
samenvattend - conclussie
Slide 5 - Quiz
Wat is de betekenis en het verband van 'c'est que'?
A
ten eerste - aaneenschakeling
B
vervolgens - aaneenschakeling
C
daarom - uitleg
D
want/omdat - uitleg
Slide 6 - Quiz
Wat is de betekenis en het verband van 'd'abord'?
A
ten eerste - aaneenschakeling
B
vervolgens - aaneenschakeling
C
daarom - uitleg
D
want/omdat - uitleg
Slide 7 - Quiz
Sleep de signaalwoorden naar het juiste verband
aaneenschakeling
tegenstelling
uitleg
conclusie
d'abord
mais
car
bref
aussi
ensuite
pourtant
donc
alors
en résumé
finalement
alors que
c'est que
comme ça
tandis que
parce que
Slide 8 - Drag question
We hebben net veel signaalwoorden gezien en herhaald, waaronder ook signaalwoorden die een voorbeeld aangeven (par exemple, comme, comme si).
Een ander signaal dat een voorbeeld aangeeft is de dubbele punt (:). De dubbele punt wordt ook gebruikt als er een persoon aan het woord is, dan gaat het om een mening. Een mening kun je makkelijk herkennen aan de naam van de persoon en aanhalingstekens.
Selon Ilias les connecteurs sont très utiles.
Ilias: « Les connecteurs sont très utiles. »
On demande l'avis de l'expert Ilias, il nous dit: « Les connecteurs sont très utiles. »
Slide 9 - Slide
Waaraan kun je in een Franse tekst geen voorbeeld herkennen?
A
par exemple
B
comme
C
par conséquent
D
comme si
Slide 10 - Quiz
Waaraan kun je in een Franse tekst geen mening herkennen?
A
selon
B
après
C
naam + :
D
d'après
Slide 11 - Quiz
Exercice
We gaan eerst op zoek naar een
uitspraak of een mening in de tekst. Hierover gaat de volgende vraag.