VWO 5 - leesvaardigheid - vwo 2016-I tekst 5

Les connecteurs
Doel: Ik ken signaalwoorden en hun verbanden
Leesvaardigheid
   les 5
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les connecteurs
Doel: Ik ken signaalwoorden en hun verbanden
Leesvaardigheid
   les 5

Slide 1 - Slide

Tips & tricks
Je hoeft niet alles te weten / te begrijpen
om de vraag juist te kunnen beantwoorden.
Herhaling uit de vorige lessen

Slide 2 - Slide

Tips & tricks
Basis:
  • signaalwoorden herkennen & weten wat zij aangeven
  • in grote lijnen begrijpen waar de tekst over gaat
  • voorbeelden kunnen herkennen
  • meningen kunnen herkennen 
Deze les:

Slide 3 - Slide

Signaalwoorden
Aaneenschakeling
Et – en
Aussi – ook
D’abord – ten eerste
Ensuite – vervolgens
Enfin / finalement – ten slotte
Tijd
Aujourd’hui – vandaag
Pendant – gedurende
Après – daarna
Uitleg
Car / parce que – want / omdat
C’est pourquoi / c’est que – daarom
Comme ça – zo / op die manier

Voorbeeld
Par exemple – bijvoorbeeld
Comme – zoals
Comme si – alsof (maar het is niet zo)
Conclusie
Bref – kortom
En résumé – samenvattend
Donc / alors – dus
Tegenstelling
Mais – maar
Pourtant – toch
Alors que / tandis que – terwijl

Slide 4 - Slide

Wat is de betekenis en het verband van 'bref'?
A
daarna - tijd
B
gedurende - tijd
C
kortom - conclusie
D
samenvattend - conclussie

Slide 5 - Quiz

Wat is de betekenis en het verband van 'c'est que'?
A
ten eerste - aaneenschakeling
B
vervolgens - aaneenschakeling
C
daarom - uitleg
D
want/omdat - uitleg

Slide 6 - Quiz

Wat is de betekenis en het verband van 'd'abord'?
A
ten eerste - aaneenschakeling
B
vervolgens - aaneenschakeling
C
daarom - uitleg
D
want/omdat - uitleg

Slide 7 - Quiz

Sleep de signaalwoorden naar het juiste verband
aaneenschakeling
tegenstelling
uitleg
conclusie
d'abord
mais
car
bref
aussi
ensuite
pourtant
donc
alors
en résumé
finalement
alors que
c'est que
comme ça
tandis que
parce que

Slide 8 - Drag question

We hebben net veel signaalwoorden gezien en herhaald, waaronder ook signaalwoorden die een voorbeeld aangeven (par exemple, comme, comme si). 
Een ander signaal dat een voorbeeld aangeeft is de dubbele punt (:). De dubbele punt wordt ook gebruikt als er een persoon aan het woord is, dan gaat het om een mening. Een mening kun je makkelijk herkennen aan de naam van de persoon en aanhalingstekens. 
  • Selon Ilias les connecteurs sont très utiles. 
  • Ilias: « Les connecteurs sont très utiles. »
  • On demande l'avis de l'expert Ilias, il nous dit: « Les connecteurs sont très utiles. »

Slide 9 - Slide

Waaraan kun je in een Franse tekst geen voorbeeld herkennen?
A
par exemple
B
comme
C
par conséquent
D
comme si

Slide 10 - Quiz

Waaraan kun je in een Franse tekst geen mening herkennen?
A
selon
B
après
C
naam + :
D
d'après

Slide 11 - Quiz

Exercice


We gaan eerst op zoek naar een 
uitspraak of een mening in de tekst. 
Hierover gaat de volgende vraag.

Slide 12 - Slide

Wie is er aan het woord in alinea 4?
Waar zie je dat aan?

Slide 13 - Open question

Stappenplan - grote lijnen
1. Lees van elke alinea de eerste en laatste zin. 
2. Schrijf kort op waar de alinea over gaat gebaseerd op deze twee zinnen. 
Lees nu eerst in grote lijnen de 3e en 4e alinea.

Slide 14 - Slide

Comment le 4ème alinéa se
rapporte-t-il au 3ème alinéa ?
A
Il l’affaiblit.
B
Il l’appuie.
C
Il le contredit.

Slide 15 - Quiz

Waarom is het handig dat je eerst gekeken hebt wie er aan het woord is?

Slide 16 - Open question