This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Toets hoofdstuk 9 - Gezondheid
Slide 1 - Slide
Deze powerpoint is een interactieve toets. Dat betekent dat je dus een antwoord kiest, en ik kan dat zien. Snap je wat er nu gaat gebeuren?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quiz
Een vraag kan meerkeuze zijn (zoals hiervoor) of open, zoals deze. Typ 'Ik snap het' in het antwoordenvak
Slide 3 - Open question
Er zullen ook sleepvragen voorbij komen. Deze beantwoord je door het woord naar het juiste vakje te slepen. Oefen dit door de letter A naar getal 1 te slepen, letter B naar getal 2 en letter C naar getal 3
1
2
3
A
B
C
Slide 4 - Drag question
We gaan beginnen!
Veel succes!
Slide 5 - Slide
Je eet een bord met pasta, dat veel koolhydraten bevat. Wat gebeurt er met de hoeveelheid glucose in je bloed?
A
Die gaat omhoog
B
Die gaat omlaag
C
Die blijft gelijk
Slide 6 - Quiz
Je bent aan het sporten en hebt al een tijdje niet meer gegeten. Welk orgaan zorgt er voor dat de hoeveelheid glucose in je bloed weer toeneemt?
A
De dunne darm
B
De long
C
De lever
D
De nier
Slide 7 - Quiz
Waar of niet waar? Alcohol is een stimulerende drug.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Waar of niet waar? Als je stopt met blowen krijg je ontwenningsverschijnselen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Welke stof uit tabaksrook makt de longblaasjes kapot?
A
Koolmonoxide
B
Nicotine
C
Teer
Slide 10 - Quiz
Na het gebruiken van een drug raakt een meisje in zichzelf gekeerd en wordt paniekerig; ze voelt zich vreemd. Welke drug heeft zij gebruikt?
Welke ziekteverwekkers kunnen ontstekingen veroorzaken?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Virussen
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 13 - Quiz
Tygo heeft op de peuterspeelzaal een kinderziekte opgelopen. Welke onderdelen van het bloed helpen Tygo om beter te worden?
A
Bloedplaatjes
B
Rode bloedcellen
C
Witte bloedcellen
D
Bloedplasma
Slide 14 - Quiz
Het glucosegehalte wordt door twee hormonen in stand gehouden. Welk orgaan maakt deze hormonen?
Slide 15 - Open question
Welke stof stimuleert de opslag van glycogeen in de lever en de spieren?
A
Glucagon
B
Glucose
C
Insuline
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 16 - Quiz
Joey heeft last van nachtelijke spierkrampen door ophoping van afvalstoffen. Dit wordt onder andere veroorzaakt door een verminderde werking van een orgaan. Door welk orgaan worden deze klachten veroorzaakt?
Slide 17 - Open question
Jorno is een uur lang intensief aan het sporten. Zijn huid helpt mee om zijn lichaamstemperatuur op ongeveer 37oC te houden. Op welke twee manieren helpt zijn huid mee om zijn lichaam op deze temperatuur te houden?
Slide 18 - Open question
De huid van een naakte molrat is op de rug iets donkerder gekleurd dan op de buik. De donkere kleur dient alleen als camouflage. De naakte molrat leeft voornamelijk ondergronds. Welke andere taak van een donkere kleur van de huid is voor de naakte molrat niet nodig?Leg je antwoord uit.
Slide 19 - Open question
Je witte bloedcellen maken...om ziekteverwekkers uit te schakelen
A
Antigenen
B
Antistoffen
Slide 20 - Quiz
In Toms klas is een Covid-19 besmetting geweest. Tom maakt zich geen zorgen, hij is namelijk gevaccineerd en dus immuun voor Covid-19. Wat wordt bedoeld met immuun zijn?
A
Dat hij niet meer besmet kan worden
B
Dat hij wel besmet kan worden, maar niet ziek wordt
C
Dat hij niet besmet kan worden, maar wel anderen kan besmetten
D
Dat hij nooit meer ziek kan worden
Slide 21 - Quiz
Hiv is een virus dat bij mensen het immuunsysteem verzwakt. Het hiv blijkt niet door de witte bloedcellen vernietigd te worden, omdat het virus zijn buitenste laag steeds verandert. Waardoor is het inenten tegen HIV zo moeilijk?
Slide 22 - Open question
Op welke manier zorgt een bacterie er voor dat je ziek wordt?
A
Hij maakt giftige stoffen
B
Hij maakt cellen kapot
C
Hij neemt een cel over
D
Hij maakt virussen
Slide 23 - Quiz
Tijdens de vakantie gaat Meike graag zonnen. Haar huid wordt hierdoor bruin. Door welke taak van de huid komt dit?
Slide 24 - Open question
Dit plaatje kan de huid zijn van iemand die in de winterkou op de bus staat te wachten
A
Waar
B
Niet waar
C
Daarvoor is de weinig informatie
Slide 25 - Quiz
Zet de zinnen die hieronder staan hiernaast op juiste volgorde van boven naar beneden vanaf het ontstaan van de wond
De huid herstelt zich en het korstje valt er af
De rode bloedcellen blijven in de kleverige draden hangen
Op de plek van de wond hopen zich bloedplaatjes op
De kleverige draden en rode bloedcellen drogen samen op tot een korstje.
De bloedplaatjes maken kleverige draden
Slide 26 - Drag question
Iemand met bloedgroep A heeft een bloedtransfusie nodig. Welk(e) bloedgroep(en) kan hij ontvangen? (zonder rekening te houden met het resus-antigen)
A
Alleen A
B
A en AB
C
A en 0
D
A, AB en 0
Slide 27 - Quiz
Iemand met bloedgroep AB- heeft een bloedtransfusie nodig. Welk(e) bloedgroep(en) kan hij ontvangen?
A
Alleen AB-
B
Alleen AB+
C
A+, A-, B+ en B-
D
A-, B-, AB- en O-
Slide 28 - Quiz
De lever is onder andere betrokken bij de afbraak van stoffen. Noem twee groepen stoffen die de lever afbreekt
Slide 29 - Open question
Een vrouw heeft een tumor in haar borst. Bij onderzoek ontdekt een arts ook een tumor in haar rib. De arts denkt dat die tumor daar gekomen is door de tumor in haar borst. Leg uit hoe de tumor in haar rib kan zijn ontstaan vanuit een borsttumor
Slide 30 - Open question
Merle wordt gebeten door een hond. Door deze beet is ze besmet met tetanus, een ernstige ziekte veroorzaakt door een bacterie. Om haar lichaam te helpen de bacterie uit te schakelen, worden antistoffen ingeënt. Hoe heet deze manier van immuun worden?
A
Passieve immuniteit
B
Actieve immuniteit
Slide 31 - Quiz
Dit is het einde van de toets!
Slide 32 - Slide
Wat vond je van deze manier van het hoofdstuk afsluiten?