2MH Chapitre 5, bron D, de passé composé

2HV - de passé composé
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

2HV - de passé composé

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

De passé composé

Je mange une banane.
Ik eet een banaan.

J'ai mangé une banane.
Ik heb een banaan gegeten

Slide 3 - Slide

De passé composé (voltooid verleden tijd) bestaat uit twee delen:
A
een hulpwerkwoord en een heel werkwoord
B
een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord

Slide 4 - Quiz

De passé composé

Neem het volgende rijtje in je schrift over. 

We kijken ook naar de uitspraak. 

Slide 5 - Slide

regarder
j'ai regardé
tu as regardé
il / elle a regardé
on a regardé
nous avons regardé
vous avez regardé
ils / elles ont regardé
kijken
ik heb gekeken
jij hebt gekeken
hij / zij heeft gekeken
wij hebben gekeken
wij hebben gekeken
jullie hebben / u heeft gekeken
zij hebben gekeken

Slide 6 - Slide

Kies de juiste vertaling van de passé composé:
Tu as visité Paris.
A
Jij hebt Parijs bezocht.
B
Je gaat Parijs bezoeken.
C
Je bezoekt Parijs.

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste vertaling van de passé composé:
Nous avons mangé une pizza.

A
Wij eten een pizza.
B
Wij hebben een pizza gegeten.
C
Wij gaan een pizza eten.

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste vorm:
On (parler)___ ____ avec nos copains.

A
ai parlé
B
avons parlé
C
a parlé
D
ont parlé

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste vorm:
J'(visiter)___ ____ le mussée.

A
ai visité
B
as visité
C
a visité
D
avez visité

Slide 10 - Quiz

Vul de passé composé in:
Nous (habiter) ___ ____ à Paris.

Slide 11 - Open question

Vul de passé composé in:
Ma soeur (parler) ___ ____ avec sa copine.

Slide 12 - Open question

Vul de passé composé in:
Elle (regarder) ___ ____ une série.

Slide 13 - Open question

Vul de passé composé in:
J' (manger) ___ ____ des frites.

Slide 14 - Open question

De passé composé,
wat weet je nu?

Slide 15 - Mind map

Slide 16 - Slide