What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grammaire chap 1
1 / 26
next
Slide 1:
Video
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
26 slides
, with
text slides
and
3 videos
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Slide 2 - Video
Slide 3 - Slide
PASSÉ COMPOSE
Voltooid tegenwoordige tijd
Verleden tijd:
Ik heb gegeten
Jij hebt gedaan
Wij hebben gedanst
Slide 4 - Slide
Le passé composé
Wat zie je?
Ik
heb
gegeten
Jij
hebt
gedaan
Wij
hebben
gedanst
Slide 5 - Slide
Le passé composé
Wat zie je:
Ik
heb
gegeten
Jij
hebt
gedaan
Wij
hebben
gedanst
Bestaat uit 2 delen
Slide 6 - Slide
Le passé composé
Wat zie je:
1)
hulpwerkwoord (avoir)
2)
voltooid deelwoord
PRESENT (=tegenwoordige tijd)
Ik
heb
gegeten
Jij
hebt
gedaan
Wij
hebben
gedanst
Bestaat uit 2 delen
Slide 7 - Slide
Le passé composé
Hoe maak je die?
Slide 8 - Slide
Passé composé maken
De passé composé maak je door :
een vorm van "avoir" (hebben)
(in de tegenwoordige tijd)
+
voltooid deelwoord
Slide 9 - Slide
Hoe maak je het voltooid deelwoord?
Regelmatig werkwoord op -er:
-er + é.
Donner - er = donn- + é : donné
Parler -er = parl- + é: parlé
Slide 10 - Slide
Stappenplan
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
Pers. voornaamwoord
Eigennaam
Onderwerp
Bepaal de vorm van het hulp-werkwoord (avoir)
(afhankelijk van pers. vnw)
Maak het voltooid deelwoord
(-er + é )
vertaling
Slide 11 - Slide
Passé composé
Regarder in de passé composé:
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
vorm van avoir
ai
as
a
avons
avez
ont
voltooid deelwoord
regardé
regardé
regardé
regardé
regardé
regardé
ik heb gekeken
jij hebt gekeken
hij/zij/men heeft gekeken
wij hebben gekeken
u heeft/ julliehebben gekeken
zij hebben gekeken
Slide 12 - Slide
Even oefenen
Il ........... (manger) une pomme
J'........(parler) à mon copain
Nous.....(travailler) dans le restaurant
Mes amis....... (marcher) sur le trottoir
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Slide
Let op!
Het bezittelijk voornaamwoord slaat op het
ZELFSTANDIG NAAMWOORD
in de zin, en
NIET
op de
PERSOON
die het zelfstandig naamwoord bezit.
Dus:
HAAR
broer --> broer is
MANNELIJK
-->
SON
frère
Slide 16 - Slide
Pratiquer
Even oefenen...
Tu as trouvé ton/te/tes livre?
Son/sa/ses musique est trop cool!
Slide 17 - Slide
Pratiquer
Even oefenen...
C'est le cadeau de Théo. C'est .....cadeau
Ce sont les papiers de Maria. Ce sont ..... papiers.
Slide 18 - Slide
www.appuifle.net
Slide 19 - Link
www.lepointdufle.net
Slide 20 - Link
www.viviennestringa.com
Slide 21 - Link
www.viviennestringa.com
Slide 22 - Link
www.viviennestringa.com
Slide 23 - Link
www.lepointdufle.net
Slide 24 - Link
www.francaisfacile.com
Slide 25 - Link
nufransleren.nl
Slide 26 - Link
More lessons like this
2H bloc D 22-9 passé composé
September 2021
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
10-5 Voca + quiz + p.c. présentation
May 2023
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
1M chap 5 31-5
May 2021
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
(2) onregelm. ww + p.c.
April 2024
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
passé composé avoir & être
November 2023
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Le PASSE-COMPOSE avec avoir
September 2024
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
1M chap 5 2-6
May 2021
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
M1/H1 - Passé Composé
May 2020
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1