H6.3 - Klimaat en kustbescherming

H6.3  Klimaat en kustbescherming
1 / 37
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

H6.3  Klimaat en kustbescherming

Slide 1 - Slide

Luister naar het weerbericht
Waar gaat dit over?

Slide 2 - Slide


Watersnoodramp

Wat weet je hier al van?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Opdracht deltawerken
1. filmpje bekijken
2. vragen beantwoorden 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Opdracht: dagboek of brief
Stel je voor dat je in 1953 als 13-jarige in Zeeland woonde. Je hebt een fijne dag gehad en gaat lekker slapen. Opeens word je door je ouders uit bed geroepen; de dijken zijn doorgebroken! Je kijkt uit je raam en ziet razendsnel het water naar je toe komen.


Slide 11 - Slide

Optie 1: brief
Schrijf een brief van ongeveer 200 – 250 woorden aan je opa, oma, vriend of vriendin uit Overijssel.
Vertel aan deze persoon wat je hebt meegemaakt en hoe je je voelt.

Slide 12 - Slide

Optie 2: dagboek
Je schrijf een dagboekbrief van ongeveer 200 – 250 woorden waarin je de dag na de ramp schrijft.
Hierin wordt duidelijk wat je hebt meegemaakt en hoe je je voelt.


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Hoe ontstaat eb en vloed?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

logboek invullen

Slide 17 - Slide

In Nederland altijd gevaar van overstromingen door de zee. Oorzaak: lage ligging Nederland. 

1/4e deel Nederland onder de zeespiegel
- Bescherming door dijken en duinen.
- Land door dijken omringd = polder

Slide 18 - Slide

Oude verdedigingswerken: 

- 1953: Watersnoodramp in 
Zuidwest-Nederland (noord-
westerstorm, opstuwing in zee-
gaten) =  Deltawerken

- 1933; Afsluitdijk; waterkering tussen Noord-Holland en Friesland die het IJsselmeer afsluit van de Waddenzee. 

Slide 19 - Slide

Steeds verder onder de zeespiegel 
De zeespiegel stijgt door klimaatverandering (§1 en §2) : 
Laag-Nederland steeds verder onder de zeespiegel.  
Door bodemdaling komt het land nog verder onder de zeespiegel te liggen. 

Relatieve zeespiegelstijging
echte zeespiegelstijging +
daling van de bodem.

Slide 20 - Slide

Hoe komt het dat de bodem daalt?

2. In de laatste ijstijd -> dikke laag ijs drukte de aardkorst in -> ijs verdween en Scandinavië wipte op ->Noord-Nederland daalde

1. Door wegpompen grondwater in polders van Laag-Nederland-> inzakken bodem-> sterkst bij veen

3.Door winning delfstoffen -> aardgas in Groningen

Slide 21 - Slide

 Relatieve zeespiegelstijging

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

De zee bouwt op
  • De Nederlandse kust is een aanslibbingskust. Er ontstaan strandwallen. 
  • Als deze droog staan neemt de wind dit zand mee. 
  • Hierdoor ontstaan kustduinen. 

Slide 25 - Slide

Aan de kust
Duinen
Op het stand waait het regelmatig flink. Het zand wordt meegenomen door de wind. Wanneer het zand, achter een stukje hout, gras of aangespoelde rommel, blijft hangen ontstaat daar langzaam aan een duin.
Strand
De zee spoelt het strand op. In het zeewater zit zand. 
Elke keer, wanneer het zeewater het strand op spoelt, laat zee de weer een laagje zand achter --> aanslibben.
Zandbanken
De stroming van de zee neemt af waardoor zand sedimenteerd, hierdoor onstaan zandbanken.
aanslibbingskust
Een aanslibbingskust, is een kust die elke keer, wanneer de zee zand neerlegt (sedimentatie), een stukje groter wordt. Nederland heeft een aanslibbingskust, dit kun je zien aan de brede stranden

Slide 26 - Slide

De zee breekt af
  • De kusten van Frankrijk en Groot-Brittannië breken juist af. 
  • Dit is een afbraak- of klifkust. 
  • Het bestaat uit zacht gesteente. 
  • Het harde gesteente blijft staan, waardoor de kust uit gaat steken op bepaalde plekken. 

Slide 27 - Slide

Notitie!!
Bodemdaling door:
 Wegpompen grondwater.
 Dikke laag ijs uit ijstijd smelt, Scandinavië komt omhoog.
 Winning delfstoffen.

Absolute zeespiegelstijging= echte zeespiegelstijging.
Relatieve zeespiegelstijging = echte zeespiegelstijging+ daling van de bodem.

Zee bouwt op: kustduinen en strandwallen.
Zee breekt af: afbraak of klifkust.

Klaar? Begin met lezen paragraaf 3.
Begin daarna aan opdrachten. 

Slide 28 - Slide

Maken
Paragraaf 3: vragen 1 t/m 9+ lessonupvragen
óf
Wil je een uitdaging? Maak dan de opdracht in teams in plaats van vraag 8 en 9. (lessonupvragen ook)

Klaar met alles? Verder aan opdracht.

Slide 29 - Slide

11. In Nederland wordt zandsuppletie toegepast. Waarom?
A
Om daar waar de bodem in Nederland daalt, de bodem op te hogen.
B
Om dijken langs de rivieren te versterken.
C
Om de stukken land tussen de winterdijken en de rivieren op te hogen.
D
Om stranden en duinen langs de kust te versterken.

Slide 30 - Quiz

Wat is relatieve zeespiegelstijging?
A
De absolute zeespiegelstijging ten opzicht van NAP
B
De zeespiegelstijging ten opzichte van de dijkhoogte
C
De absolute zeespiegelstijging én de bodemdaling
D
De bodemdaling gecompenseerd door temperatuurverhoging

Slide 31 - Quiz

In Nederland is de relatieve zeespiegelstijging groter dan de absolute zeespiegelstijging
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Bereken de relatieve zeespiegelstijging
timer
0:20
A
C = 4,5 meter
B
C = 2,3 meter
C
C = 2,2 meter
D
C = 6,8 meter

Slide 33 - Quiz

Wat is een polder?
timer
0:20
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Video

Nu weet je...



  • waarom er altijd gevaar voor een overstroming van zee is
  • waardoor de relatieve zeespiegel stijgt
  • hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging
  • hoe de kust wordt versterkt (klimaatadaptatie)

Slide 36 - Slide

Wat gaan we vandaag doen
-Opdracht 8
-samenvattingen IEDEREEN online maken par. 1,2 en 3.
-Puzzel
-Atlas van de toekomst

Vrijdag oefentoets. Geen cijfer wel beoordeling.

Slide 37 - Slide