2020-06-02 Mavo 2

Wilkommen
02-06-2020
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wilkommen
02-06-2020

Slide 1 - Slide

Programma:
- Herhaling stappenplan
- opdracht 4 nakijken
- oefening met de 1e en de 4e naamval
- quiz invulzinnen

Slide 2 - Slide

Stappenplan:
1. Vertaal de zin naar het Nederlands
2. Kan je het deel van de zin dat je moet hebben vervangen door:
hij = 1e naamval
hem = 4e naamval
3. Is het deel van de zin dat je moet hebben mannelijk, vrouwelijk, onzijdig of meervoud?
4. Kijk in het schema welk lidwoord je moet hebben.

Slide 3 - Slide

Schema: 
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e naamval
der
ein
die
eine
das
ein
die
eine
4e naamval
den
einen
die
eine
das
ein
die
eine

Slide 4 - Slide

Opdracht 4 bladzijde 134/ 135
1. Vertaal de zin naar het Nederlands
2. Kan je het deel van de zin dat je moet hebben vervangen door:
hij = 1e naamval
hem = 4e naamval
3. Is het deel van de zin dat je moet hebben mannelijk, vrouwelijk, onzijdig of meervoud?
4. Kijk in het schema welk lidwoord je moet hebben.

Slide 5 - Slide

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e naamval
4e naamval
die
eine
den 
einen
die 
eine
das
ein
der
ein

Slide 6 - Drag question

1
2
3
4
Kijk of je het deel van de zin kunt vervangen door hij of hem
Kijk in het schema welk lidwoord je moet hebben
Vertaal de zin naar het Nederlands
Is het deel van de zin mannelijk, vrouwelijk onzijdig of meervoud?

Slide 7 - Drag question

D___ Kind (o) spielt im Garten.
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 8 - Quiz

D___ Mann (m) liest ein Buch.
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 9 - Quiz

D___ Frau (v) geht zur Arbeit.
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 10 - Quiz

D___ Eltern (mv) wohnen in Eindhoven
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 11 - Quiz

Das Kind sucht d___ Ball (m).
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 12 - Quiz

Die Mutter liest ein___ Buch (o).
A
ein
B
eine
C
einen

Slide 13 - Quiz

Er sucht ein___ Pflanze (v).
A
ein
B
eine
C
einen

Slide 14 - Quiz

Wir kaufen ein___ Haus (o).
A
ein
B
eine
C
einen

Slide 15 - Quiz

Sie hat d___ Eis (o) gekauft.
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 16 - Quiz

Sucht ihr d___ Ball (m)?
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 17 - Quiz