Passé composé - volt. dw.
Onregelmatige voltooid deelwoorden moet je
uit je hoofd leren (vanaf blz. 123 TB). Dit zijn er een paar:
1. avoir (hebben) j’ai eu, tu as eu, il a eu, etc. (ik heb gehad, etc.)
2. être (zijn) j’ai été, tu as été, il a été, etc. (ik ben geweest, etc.)
3. pouvoir (kunnen) j’ai pu, tu as pu, il a pu, etc. (ik heb gekund)
4. prendre (nemen) j’ai pris, tu as pris, etc. (ik heb genomen)
5. venir (komen) je suis venu, tu es venu, etc. (ik ben gekomen)