3.3 Geld lenen kost geld! deel 1

Hoofdstuk 3
De bank en jouw geld
Paragraaf 3 Geld lenen kost geld!
e3k.ec1 - 21-11-2024
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3
De bank en jouw geld
Paragraaf 3 Geld lenen kost geld!
e3k.ec1 - 21-11-2024

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat ga je leren?
Aan het einde van de les kan de leerling:

Leerdoel 1: vier leenmotieven benoemen en een eigen voorbeeld voor ieder leenmotief benoemen.

Leerdoel 2: de kredietkosten van een lening berekenen



Slide 5 - Slide

Planning
  • Theorie
  • Opdrachten
  • Leerdoelen

Slide 6 - Slide

Leenmotieven
Aankoop woning (hypotheek)
Dure aankoop niet uitstellen
Onverwacht geld nodig
Tijdelijk geldtekort opvangen

Slide 7 - Slide

Kosten
Geleende bedrag = krediet of kredietsom

Aflossen = terugbetalen lening

Maandtermijn = wat je per maand betaald

Slide 8 - Slide

Terugbetaling van de lening
  • Maandtermijn
  • Aflossing (terugbetalen van geleende geld)
  • Rente (vergoeding voor het gebruiken van het geld)

Slide 9 - Slide

Kosten
Kredietkosten
= alles wat je meer terugbetaald dan je geleend hebt
= termijnbedrag x aantal termijnen - krediet

Els leent 5.000 euro en betaalt in 60 maandelijkse termijnen van 98 euro terug. Wat zijn de kredietkosten?

Slide 10 - Slide

Mark wil graag een nieuwe telefoon kopen. Hij leent geld om een nieuwe telefoon te kopen.

Van welke leenmotief is hier sprake?
A
tijdelijk geldtekort
B
aanschaf duurzaam consumptiegoed
C
onverwacht dringend geld
D
aanschaf huis

Slide 11 - Quiz

Mark zijn vader heeft deze maand geld tekort vanwege de aanbetaling van de vakantie.

Van welke leenmotief is hier sprake?
A
tijdelijk geldtekort
B
aanschaf duurzaam consumptiegoed
C
onverwacht dringend geld
D
aanschaf huis

Slide 12 - Quiz

Wat zijn kredietkosten?
A
de kosten van de rente
B
de kosten van een lening
C
de kosten die je betaalt voor een betaalrekening
D
creditcard kosten

Slide 13 - Quiz

Opdrachten
Wat? H3.3 vraag 1 t/m 6
Hoe? Je mag samenwerken
Hulp? Leerling naast je of docent (door hand op te steken)
Tijd? 15 minuten
Uitkomst? Geoefend met de theorie van hoofdstuk 3.3
Klaar? Iets voor jezelf

timer
15:00

Slide 14 - Slide

Opdrachten bespreken

Slide 15 - Slide

Wat ga je leren?
Aan het einde van de les kan de leerling:

Leerdoel 1: vier leenmotieven benoemen en een eigen voorbeeld voor ieder leenmotief benoemen.

Leerdoel 2: de kredietkosten van een lening berekenen



Slide 16 - Slide

Hoofdstuk 3
De bank en jouw geld
Paragraaf 3 Geld lenen kost geld!
e3k.ec1 - 21-11-2024

Slide 17 - Slide