communicatie

communicatie H4
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

communicatie H4

Slide 1 - Slide

Lesdoel H4
  • Je weet wat communicatie is 
  • Je kunt kunt het verschil tussen 
verbale en non-verbale communicatie uitleggen
  • Hoe ga je om met conflicten
  • Hoe gaat de communicatie met blinde en dovemensen


Slide 2 - Slide

Verbale communicatie 4.3/4.4

Verbale communicatie is de communicatie waarbij iemand met woorden (gesproken of geschreven) informatie overbrengt.
Non-verbale communicatie

Alle communicatie die niet via woorden verloopt, valt onder non-verbale communicatie.

  • Bewust: Bijv.: zwaaien
  • Onbewust: Bijv.: Zweten, blozen

Slide 3 - Slide

                                   Wat is mis communicatie ?
                                                   Opdrachten
                                      Blz: 176 opdracht 4.01 t/m 
                                      Blz: 181 opdracht 4.04

Slide 4 - Slide

De koning van de non-verbale communicatie 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Opdracht 
Blz: 181 opdracht 4.05
Blz: 181 opdracht 4.06

Slide 7 - Slide

Stemgebruik 


Welke invloed heeft je stemgebruik op het gesprek? 
hoge toon, lage toon? 
Fluisteren/schreeuwen? 
Langzaam,snel? 
Opdracht 4.06 

Slide 8 - Slide

Bij zakelijke communicatie let je op het volgende:
  • wees gastvrij
  • wees niet te persoonlijk
  • wees niet emotioneel
  • wees beleefd
  • wees duidelijk
  • wees concreet
  • luister naar de ander 

Slide 9 - Slide

Ruis 4.6
Interne ruis - ruis vanuit binnen 
bijv.           onrustige klas 
Externe ruis - ruis vanuit buiten 
bijv.        Lawaai muziek
Opdracht Blz: 183 opdracht 4.07 
Geef 2 voorbeelden

Slide 10 - Slide

Aan de slag

Slide 11 - Slide

Tekenopdracht
Goed communiceren is moeilijk
Luister en teken

Slide 12 - Slide

Oefening 4.6 (luisteren)
•Pak beiden een  stoel, rug tegen elkaar 
• Een deelnemer is A de andere deelnemer is B
• Deelnemer B begint met tekenen, tekening bestaat uit simpele vormen
• A gaat na tekenen aan de hand van de gesproken instructies van persoon B 
•A mag de tekening niet inzien
• B begint met het beschrijven van zijn tekening ‘begin met het tekenen van een
Middel groot Vierkant in het midden van het papier. Teken daarna een driehoek
Die aan de onderkant met het puntje in het vierkant staat. Als laatste en cirkel
Linksboven het vierkant en die het vierkant niet raakt ’
• Deelnemers draaien zich om en vergelijken de tekeningen met elkaar
• Geef elkaar feedback op hoe de tekening is geworden en of het klopt

Slide 13 - Slide

Omgaan met conflicten 4.7
Blz: 187 t/m 190 opdracht 4.10 
Samen werken in een groepje
Na 15 minuten samen bespreken

Slide 14 - Slide

Communicatie met blinde/slechtziende of dove mensen 4.8
  Wat zie je op de afbeelding hiernaast?  
                                                            Wat zou jij als eerste doen als je een blinde/slechtziende persoon ontmoet?
                                                                                          

Slide 15 - Slide

'' De wegwijzer '' blz: opdracht 191 opdracht 4.11 

Slide 16 - Slide

Gebarentaal 
Wat is gebarentaal? 

Stel jezelf voor in gebaren taal. 

Gebruik hiervoor de afbeelding op 
blz: 193 Opdracht 4.12 

Slide 17 - Slide

Begrippenlijst

Slide 18 - Slide