13. Je beschrijft op welke manier hormonen invloed uitoefenen op lichaamsprocessen.
14. Je legt uit wat negatieve en positieve terugkoppeling is en beschrijft de interactie tussen het zenuwstelsel en het hormoonstelsel.
15. Je beschrijft de bijdrage van het hormoonstelsel aan de regeling van het glucosehalte van het bloed.