Klas 3 - samentrekkingen

Donderdag 3 december
Pak je laptop en log in:
Lesson up + code

Uitleg samentrekkingen

Aan de slag

Controlevragen in de LessonUp 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Donderdag 3 december
Pak je laptop en log in:
Lesson up + code

Uitleg samentrekkingen

Aan de slag

Controlevragen in de LessonUp 

Slide 1 - Slide

Lesdoel

Aan het eind van de les kun je samentrekkingen op de juiste manier opschrijven. 

Slide 2 - Slide

Schrijf korter op:
landsgrenzen en provinciegrenzen

Slide 3 - Open question

Schrijf korter op:
nationale wedstrijden en internationale wedstrijden

Slide 4 - Open question

Schrijf korter op:
bruidsjurken en bruidsboeketten

Slide 5 - Open question

Schrijf korter op:
beroemde zwemmers en beroemde schaatsers

Slide 6 - Open question

Startopdracht 
Wat is de overeenkomst tussen je ingevulde antwoorden? Denk eerst zelf na, overleg daarna met je buurman/buurvrouw 

lands- en provinciegrenzen
oude en nieuwe boeken
bruidsjurken en -boeketten
beroemde zwemmers en schaatsers

Slide 7 - Slide

Samentrekkingen 
  • Voorwaartse samentrekking (het stuk wat weggelaten wordt, staat achteraan): een goedkope armband en een dure. 
  • Achterwaartse samentrekking (het stuk wat weggelaten wordt, staat vooraan): in voor- en tegenspoed


  1. woordniveau: carnavalsfeesten en -optochten
  2. woordgroepsniveau (groepje woorden dat bij elkaar hoort: gescheiden mannen en vrouwen
  3. zinsniveau (zinsdeel): Jorien gaat fietsen en Tamar op de scooter

Slide 8 - Slide

Aan de slag

De opdrachten staan klaar in de digitale omgeving van Nieuw Nederlands 
onder het kopje planning (bovenaan de bladzijde).

Huiswerk week 49 --> samentrekkingen


Slide 9 - Slide

Opdracht 2
a Leest je zus uit 4 havo eigenlijk liever jeugd- of volwassenliteratuur? woordniveau; achterwaarts
b Janine ontwerpt (-) en Martin plaatst koelsystemen. zinsniveau; achterwaarts
c Gebruikt u altijd katoenen (-) of papieren zakdoekjes? woordgroepniveau; achterwaarts;   Gebruikt u altijd katoenen zakdoekjes of papieren (-)? woordgroepniveau; voorwaarts
d Mevrouw Mayer geeft in het buurtcentrum kooklessen en -cursussen. woordniveau; voorwaarts
e De overvaller mishandelde zijn slachtoffer en (-) beroofde hem. zinsniveau; voorwaarts
f Ik spaar al jaren cartoons (-) en strips uit het buitenland. woordgroepniveau; achterwaarts

Slide 10 - Slide

Opdracht 3
a zinsniveau; voorwaarts 
b woordniveau; voorwaarts 
c
woordgroepniveau; achterwaarts 
d woordniveau; achterwaarts 
e woordgroepniveau; voorwaarts 
f
zinsniveau; achterwaarts 


Slide 11 - Slide

Bedenk een zin met een samentrekking er in.

Slide 12 - Open question