Woordenschat 2.09, 2.16 en 2.20

• Duits
• MBO
• Studiejaar 1

Woordenschat 2.09, 2.16 en 2.20

Hoe vertaal ik de parkeerplaats

1. der Parkierplatz
2. der Parkplatz
3. die Tiefgarage
4. die Parkgarage

Hoe vertaal ik de receptie?

Hoe vertaal ik beschikken over

1. beschicken über
2. ausgestattet sein
3. verfügen über

Hoe vertaal je "er zijn"?

Hoe vertaal je "de volwassenen"?

1. die Erwaschenen
2. die Erwachsenen
3. die vollwachsenen
4. die Vollwaschenen

de lift vertaal ik met

1. der Aufzug
2. das Lift
3. der Aufwachs
4. das Lifte

Een overdekt zwembad vertaal ik met

1. Ein Planschbecken
2. Ein Freibad
3. Ein Schwimmbad
4. Ein Hallenbad

bellen vertaal ik met

1. anrufen
2. telefonieren
3. bellen

een afspraak vertaal ik met

1. eine Absprache
2. ein Termin
3. Eine Mietung
4. Eine Meeting