§2.3 Religie, wetenschap en filosofie

Huiswerk
opdracht 3 tot en met 12 paragraaf 2.3


1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Huiswerk
opdracht 3 tot en met 12 paragraaf 2.3


Slide 1 - Slide

wie geven er leiding aan het leger
A
1 generaal
B
2 generaals
C
5 generaals
D
10 generaals

Slide 2 - Quiz

wie hadden de dagelijkse leiding
A
Raad van 500
B
Rechters
C
50 afgevaardigden uit de raad van 500
D
volksvergadering

Slide 3 - Quiz

wat is de taak van de rechters in de Atheense democratie
A
verdedigen van burgers
B
straffen van burgers
C
controleren van politici
D
bedenken van wetten

Slide 4 - Quiz

wat hoort niet bij de volksvergadering
A
Het sluiten van Bondgenootschappen
B
het goed of afkeuren van wetten
C
iedere burger vanaf 20 jaar
D
besluiten over vrede en oorlog

Slide 5 - Quiz

Alexander de Grote was een echte veroveraar. Hij veroverde onder meer _____ en ook _____. Bij die veroveringen had hij veel soldaten nodig. Hij kon daarom niet toestaan dat de Griekse poleis zelf bleven beslissen over _____. De Griekse stadstaten verloren dus hun _____. Daarom vinden historici dat de Griekse democratie rond _____ ophield te bestaan.
De Griekse stadstaten
Perzië
Athene
Egypte
binnenlandse kwesties
Oorlogsvoering
inkomsten
onafhankelijkheid
400 v. chr.
350 v. chr.
300 v. chr.

Slide 6 - Drag question

Leerdoelen
- Je kunt een beschrijving geven van de Griekse godenwereld en uitleggen wat een mythe is.
- Je kunt het verschil uitleggen tussen een mythologische en een wetenschappelijke verklaring van de wereld.
- Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen religie en filosofie.

Slide 7 - Slide

Griekse goden
  • Elke god had zijn eigen taak.
  • Verklaring voor natuurverschijnselen, zoals stormen, onweer, overstromingen, vulkaanuitbarstingen.
  • Leken net mensen: blij, boos, verdrietig, jaloers, verliefd.
  • Waren onsterfelijk.

Slide 8 - Slide

Hoe vereerden de Grieken hun goden?
  • Ze bouwden altaren: bij Grieken thuis, later in tempels.
  • Op deze altaren werden offers gelegd, zoals dieren, wijn, fruit, zilver.
  • Ze bouwden ook tempels.
  • En er werden feesten en sportwedstrijden gehouden.

Slide 9 - Slide

Griekse tempel
  • Voor bijv. de beschermgod(in) van de stad.
  • Godenbeelden.
  • Priesters: brachten offers om goden gunstig te stemmen en te vereren.

Slide 10 - Slide

Mythen
  • Grieken vertelden elkaar verhalen over goden, halfgoden en helden:
  • In deze mythen komen ook vaak vreemde wezens voor.
  • Voorbeelden: Trojaanse oorlog, reizen van Odysseus: Ilias & de Odyssee geschreven door Homeros in de 8e eeuw v.C

Slide 11 - Slide

Wetenschap
-Grieken nieuwsgierig --> verklaring zoeken
-In eerste instantie goden

-Hippocrates; arts en leerde studenten om lichaam en gedrag mensen nauwkeurig bekijken --> wetenschap

Slide 12 - Slide

Wetenschap
-Niet eersten --> Midden-Oosten
-Niet altijd gelijk
-Basis voor de wetenschap van nu

-Onderzoeken geschiedenis --> historicus
-Herodotus; verzamelde verhalen van alle partijen
-Wat gebeurde er nu echt? 

Slide 13 - Slide

Filosofie
-Sommige Grieken wilden 'goed nadenken'
bijv. wat is goed en slecht?
-Vragen die voor iedereen van belang zijn

-Kritisch op mythen/religieuze opvattingen
-Logisch redeneren heel belangrijk

Slide 14 - Slide

Filosofie
-Socrates; stelde allerlei mensen lastige vragen
(Sommigen denken namelijk niet goed na en niet iedereen geschikt voor politiek)
-Plato; onderzoek naar ideale samenleving; voorstel om bestuur te laten bij oude, wijze mannen met voldoende verstand
-Aristoteles; verzamelde veel informatie over bijvoorbeeld politiek

Slide 15 - Slide

Sofisten
-Filosofen gaven ook hoger onderwijs
-Politiek/rechtspraak --> je moest goed nadenken en beargumenteren
-Kunst van het redeneren/spreken in openbaar --> sofist

(dingen goed praten, die slecht waren)

Slide 16 - Slide

Wat past niet bij filosofie?
A
Zelf nadenken, wat denk ik?
B
Het bestuderen van de natuur
C
Antwoorden vragen aan de goden
D
Socrates, Plato en Aristoteles

Slide 17 - Quiz