What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Het bijvoeglijk naamwoord
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?
J'ai un chien noir
A
ai
B
chien
C
un
D
noir
Slide 2 - Quiz
De vorm van het bijvoeglijk naamwoord
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
-
+e
meervoud
+s
+es
voorbeeld
voorbeeld
enkelvoud
Il est petit
Elle est petit
e
meervoud
Ils sont petit
s
Elles sont petit
es
Slide 3 - Slide
Uitzonderingen
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord mannelijk enkelvoud op een
e
of een
s
?
Dan krijg je
geen
extra
e
of
s
bij de andere vormen!
Slide 4 - Slide
Geef de juiste vorm:
Je regarde un film .......
A
amusant
B
amusante
C
amusantes
D
amusants
Slide 5 - Quiz
Geef de juiste vorm:
Ce sont des hommes .....
A
néerlandais
B
néerlandaises
C
néerlandaise
D
néerlandaiss
Slide 6 - Quiz
Geef de juiste vorm:
C'est une fille .....
A
belgee
B
belges
C
belge
D
belgees
Slide 7 - Quiz
Uitzonderingen
M enkelvoud
M meervoud
V enkelvoud
V meervoud
Vertaling
bon
bons
bo
nn
e
bonnes
goed
beau
beau
x
belle
belles
mooi
nouveau
nouveau
x
nouvelle
nouvelles
nieuw
vieux
vieux
vieille
vieilles
oud
Slide 8 - Slide
Geef de juiste vorm:
Paris est une .... ville
A
beau
B
belle
C
belles
D
beaux
Slide 9 - Quiz
Geef de juiste vorm:
C'est une ..... voiture
A
vieux
B
vieille
C
vieuxs
D
vieilles
Slide 10 - Quiz
Geef de juiste vorm:
J'ai un ...... vélo
A
nouvelle
B
nouvel
C
nouveau
D
nouveaux
Slide 11 - Quiz
Waar staat het bijvoeglijk naamwoord meestal in het Frans?
A
voor het zelfstandignaamwoord
B
na het zelfstandignaamwoord
Slide 12 - Quiz
Uitzonderingen
Meestal
staat het bijvoeglijk naamwoord
na
het zelfstandig naamwoord in het Frans.
Soms
staat hij
ervoor
. Dat is het geval bij alle vormen van deze bijvoeglijke naamwoorden:
beau
bon
nouveau
vieux
grand
petit
Slide 13 - Slide
Vertaal:
De nieuwe boeken
A
Les livres nouveaux
B
Les nouvelle livres.
C
Les nouveaux livres.
D
Les livres nouvelles.
Slide 14 - Quiz
Vertaal:
Het oude huis
A
La maison vieille
B
La vieilles maison
C
La vieux maison
D
La vieille maison
Slide 15 - Quiz
Vertaal:
De grote broer
A
Le grand frère
B
Le frère grand
C
Le grands frère
D
Le frère grande
Slide 16 - Quiz
Vertaal:
De kleine zus
Slide 17 - Open question
Vertaal:
De goede film (m)
Slide 18 - Open question
Zet in de goede volgorde:
petit chat un
Slide 19 - Open question
Zet in de goede volgorde:
crêpes bonnes les
Slide 20 - Open question
Zet in de goede volgorde:
pull le bleu
Slide 21 - Open question
Begrijp je hoe je het bijvoeglijk naamwoord werkt?
A
Ja, ik begrijp hoe het werkt
B
Ik begrijp ongeveer hoe het werkt, maar nog niet helemaal
C
Nee, ik begrijp het nog niet
Slide 22 - Quiz
More lessons like this
Frans opdracht
January 2022
- Lesson with
27 slides
bijvoeglijk naamwoord klas 2
April 2024
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Trinitas G2 - Bijvoeglijk naamwoord
February 2023
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Frans
January 2022
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
bijvoeglijk naamwoord
December 2023
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
L'adjectif qualificatif / het bijvoeglijk naamwoord (vorm en plaats)
April 2022
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Bijvoeglijk naamwoord
September 2024
- Lesson with
41 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
L'adjectif qualificatif / het bijvoeglijk naamwoord (alleen vorm)
November 2021
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2