What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Frans
FRANS LES
FRANSE LES
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
FRANS LES
FRANSE LES
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
- je kent de woorden van H2
- je kent de zinnen van H2
- je kunt bijvoeglijk naamwoorden goed in de zin zetten
Slide 2 - Slide
Vertaal: de hamster
A
le hamster
B
la hamster
C
la poule
D
le poule
Slide 3 - Quiz
Vertaal: de stoel
A
le cousin
B
la cousin
C
le chaise
D
la chaise
Slide 4 - Quiz
Vertaal: de keuken
A
le kitchen
B
le grenier
C
la kitchen
D
la grenier
Slide 5 - Quiz
Vertaal: het konijn
A
le lapin
B
le chien
C
la lapin
D
la chien
Slide 6 - Quiz
Vertaal: het ijsje
A
le glace
B
le piscine
C
la piscine
D
la glace
Slide 7 - Quiz
Vertaal: Hoe heet zij?
A
Comment elle s'appelle?
B
Comment s'appelle elle?
C
S'appelle elle comment?
D
S'appelle comment elle?
Slide 8 - Quiz
Vertaal: Is zij aardig?
A
Est elle synpa?
B
Est elle sympa?
C
Elle est sympa?
D
Est sympa elle?
Slide 9 - Quiz
Vertaal: Heb jij een dier?
A
Tu un as animal?
B
Tu as une animal?
C
Tu as un animal?
D
Tu une as animal?
Slide 10 - Quiz
Vertaal: Waar woon jij?
A
Tu habite ou?
B
Ou habites tu?
C
Tu habites ou?
D
Ou habite tu?
Slide 11 - Quiz
Vertaal: Ik woon in Parijs.
A
J'habite a Paris.
B
Je a habite Paris.
C
A j'habite Paris.
D
Je habite a Paris.
Slide 12 - Quiz
bijvoeglijk naamwoord (bn)
mannelijk
vrouwlijk
enkelvoud
-
-e
meervoud
-s
-es
Het bn zegt iets over het zelfstandig naamwoord die er bij hoort.
Het bn staat meestal achter het zelfstandig naamwoord.
Slide 13 - Slide
uitzonderingen 1
m enkelvoud
m meervoud
v enkelvoud
v meervoud
bon
bons
bonne
bonnes
beau
beaux
belle
belles
nouveau
nouveaux
nouvelle
nouvelles
vieuw
vieuw
vieille
vieilles
Deze hebben een onregelmatige vorm.
Slide 14 - Slide
uitzondering 2
bon
nouveau
beau
petit
grand
vieux
Deze bijvoeglijk naamwoorden staan altijd voor het zelfstandig naamwoord
Slide 15 - Slide
Klopt het bijvoeglijk naamwoord?
J'ai un chien noir.
A
JA
B
NEE
Slide 16 - Quiz
klopt het bijvoeglijk naamwoord?
J'ai une vache noires.
A
JA
B
NEE
Slide 17 - Quiz
klopt het bijvoeglijk naamwoord?
J'ai deux chien noires.
A
JA
B
NEE
Slide 18 - Quiz
klopt het bijvoeglijk naamwoord?
Une fille timide.
A
JA
B
NEE
Slide 19 - Quiz
klopt het bijvoeglijk naamwoord?
Les jeans gris.
A
JA
B
NEE
Slide 20 - Quiz
vertaal de zin.
Een oude koe.
A
Une vieille vache.
B
Une vieux vache.
Slide 21 - Quiz
vertaal de zin.
Het is een grijze kat.
A
C'est un chat gris.
B
C'est un chat grisse.
Slide 22 - Quiz
vertaal de zin.
Het is een schattig konijn.
A
C'est un adorable lapin.
B
C'est un lapin adorable.
Slide 23 - Quiz
vertaal de zin.
Ik heb een grote broer.
A
J'ai un grand frere.
B
J'ai un grande frere.
Slide 24 - Quiz
vertaal de zin.
Hij woont in een mooi huis.
A
Il habite dans une beau maison.
B
Il habite dans une belle maison.
Slide 25 - Quiz
EINDE
Slide 26 - Slide
More lessons like this
Frans les
December 2023
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
CH 2. Het Bijvoeglijk naamwoord
February 2022
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Bijvoeglijk naamwoord ( bron D)
November 2021
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Havo2: het bijvoeglijk naamwoord-deel1
December 2021
- Lesson with
32 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Bijvoeglijk naamwoord (2A)
November 2022
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2AH: Formatieve toets Grammaire Chapitre 2
January 2021
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Havo2: het BN deel 2 +interro
November 2023
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Het bijvoeglijk naamwoord
November 2024
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2