ongelijkheden

Ongelijkheden oplossen
Ongelijkheden oplossen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ongelijkheden oplossen
Ongelijkheden oplossen

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Ik kan kwadratische ongelijkheden oplossen

Slide 2 - Slide

Terugblik

Slide 3 - Slide

Sleep de juiste oplosmethode naar de formules
x²+4=0
x²+4x=0
x²+4x+3=0
x²+4x-3=0
x2=c
abc-formule
Ontbinden in factoren (enkele haakjes)
Ontbinden in factoren (dubbele haakjes/som-product methode)

Slide 4 - Drag question

Ontbind in factoren

x2+19x+18
A
(x+1)(x+18)
B
(x1)(x18)
C
(x1)(x+18)
D
(x+1)(x18)

Slide 5 - Quiz

Hoeveel oplossingen heeft
2x² - 5 x + 7 = 0
A
1
B
geenidee
C
0
D
2

Slide 6 - Quiz

x>3,5
Dit noemen we een interval


Slide 7 - Slide

Noteer het interval

A
x>0 v x>2
B
x<0 v x<2
C
x<0 v x>2
D
x>0 v x<2

Slide 8 - Quiz

Noteer het interval
A
x < -1 v x > 3
B
-1 < x < 3
C
-1 > x < 3
D
-1 > x > 3

Slide 9 - Quiz

Welke notatie hoort bij interval a?
A
x < -2 of x > 4
B
-2 < x < 4
C
-2 > x > 4
D
x > -2 V x > 4

Slide 10 - Quiz

Klapt bij deze ongelijkheid het > teken om?
-3p > 9
A
Ja
B
Nee
C
Dit is geen ongelijkheid
D
Ligt er aan of p positief of negatief is

Slide 11 - Quiz

Je leert nu
ongelijkheden oplossen

Slide 12 - Slide

Wat zijn de oplossingen van de onderstaande ongelijkheid?

5x36x+3
A
x0
B
x0
C
x6
D
x6

Slide 13 - Quiz

f(x)=g(x)
f(x)<g(x)
f(x)>g(x)
en
f(x)
gemeenschappelijke punten
f(x)
f(x)
ligt onder  
ligt boven
g(x)
g(x)
g(x)
Het oplossen van vergelijkingen en ongelijkheden betekent het vinden van alle waarden van x waarvoor geldt:

Slide 14 - Slide

Geef de oplossing van de ongelijkheid
als geldt h(x) > k(x)
A
x>-1
B
x<5
C
-1<x<5
D
x<-1 of x> 5

Slide 15 - Quiz

Geef de oplossingen van de ongelijkheid
als geldt: f(x) > g(x)
A
2 > x > 5
B
x > 2 of x < 5
C
x < 2 of x > 5
D
2 < x < 5

Slide 16 - Quiz

Geef de oplossing van de ongelijkheid
als geldt: l(x) < m(x)
A
0<x<5
B
x<0 of x> 5
C
x<0
D
x>5

Slide 17 - Quiz

x < -1  of  x > 2
0 < < 2
1 < x < 2
< 0  of  > 2
x < 1  of  x > 2
-1 < x < 2
f(x) < g(x)
f(x) > h(x)
g(x) > h(x)

Slide 18 - Drag question

Slide 19 - Slide

f(x)=0
f(x)<0
f(x)>0
Ook hier geldt dat oplossen van onderstaande vergelijking en ongelijkheden betekent dat je de waarden van x bepaalt waarvoor geldt:
Voor welke waarden van x ligt f(x) onder de x-as?
Gemeenschappelijke punten (raakpunt, snijpunten) van f(x) met de x-as.
Voor welke waarden van x ligt f(x) boven de x-as?
f(x)
y-waarden

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

voor elke x
voor geen enkele x
voor  x = 3
voor  x is ongelijk aan 3
voor  x = 8
voor  x is ongelijk aan 8
f(x) > 0
f(x) < 0
f(x) < 3 

Slide 23 - Drag question

voor elke x
voor geen enkele x
voor  x = 3
voor  x  is ongelijk aan 3
voor  x = 8
voor  x is ongelijk aan 8
g(x) > 0
g(x) < 0
g(x) < -3 

Slide 24 - Drag question

voor elke x
voor geen enkele x
voor  x = -3
voor  x is ongelijk aan -3
voor  x = 8
voor  x is ongelijk aan 8
h(x) > 0
h(x) < 0
h(x) < 2 

Slide 25 - Drag question

Slide 26 - Slide

Maak de opgaven
Studiewijzer!

Slide 27 - Slide