Thema 2 hh2

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Aanwijzende vnw en klok

Let op meervoud, geslacht, afstand!

Dichtbij (jezelf): este, esta, estos, estas

HIER > AQUÍ (akie)

Iets verder(daar bij jou): ese, esa, esos,esas 

DAAR > AHÍ (aa-ie)

Nog verder weg, (bij mij en jou vandaan): 

aquel, aquella, aquellos, aquellas, 

DAAR VERDEROP> ALLÍ (ajie)

la hora - de kloktijden

de klok in het Spaans:

Kloktijden:
Het is 12.00

1. Son las doce.
2. Son las dos
3. Son los dos.
4. Es mediodía.

In het Spaans, om de klok te lezen, noem je eerst de uren en daarna de minuten.

1. Sí
2. No

Kloktijden
Het is 16.30

1. Son las cinco y media.
2. Son las cinco y medio.
3. Son las cuatro y media
4. Son las cuarto y medio

Om de klok te lezen, kun je ook "el" en "los" gebruiken i.p.v. "la" en "las".

1. Sí
2. No

Kloktijden:
Het is 13.15

1. Son las una y cuarto
2. Es la una y cuarto
3. Es la una y cuatro
4. Son la una y cuarto

kloktijden:
het is 08.50 in de ochtend

1. Son las nueve y diez de la mañana
2. Son las nueve menos cinco de la mañana
3. Son las nueve menos diez de la mañana

Welke kloktijden hoor je bij audio 4, 5 en 6?

Audio el reloj oefening

1. 08.10 / 12.45 / 20.30
2. 08.10 / 13.15 / 20.30
3. 08.50 / 12.45 / 19.30
4. 07.50 / 13.15 / 19.30