What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Nederlands WS 1.4
Welkom bij Nederlands!
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom bij Nederlands!
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van de les ...
kun je uitleggen wat het verschil is tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik en kun je van beide een voorbeeld geven.
heb je opdracht 1 t/m 4 gemaakt van Woordenschat 1.4;
Slide 2 - Slide
Als professional moet je kunnen reflecteren op je eigen gedrag. Wat is reflecteren?
A
ergens naar uitkijken
B
overleggen
C
ergens op terugkijken
D
feedback geven
Slide 3 - Quiz
Sponsoren geven geld om iemand of iets te steunen.
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quiz
'Rolkoffer' en 'trolley' zijn ...
A
antoniemen
B
synoniemen
C
een vergelijking
D
monotoon
Slide 5 - Quiz
Bij deze pizzeria hebben ze 50 verschillende variaties. Wat is variatie?
A
verschil tussen dingen die verder gelijk zijn
B
wat veel mensen leuk of aantrekkelijk vinden
C
doel dat of werking die iets heeft
D
geldbedrag dat je aan iets kunt uitgeven
Slide 6 - Quiz
Visueel betekent met je oren waarnemen
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Verbinden of in verband brengen noem je ook wel ...
A
programmeren
B
investeren
C
belemmeren
D
associëren
Slide 8 - Quiz
Het hart is een autonoom werkende spier
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Wat betekent autonoom dan precies?
A
zelfstandig, onafhankelijk
B
afhankelijk, samenwerkend
Slide 10 - Quiz
Iemand met gezag op een bepaald terrein
A
kritisch
B
illegaal
C
autoriteit
D
populair
Slide 11 - Quiz
Een obstakel of hindernis moet je ook wel 'barrière'.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Welke drie stappen volg je om de betekenis van een nieuw woord (online) op te zoeken? = leerdoel van de vorige les
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 4 van
Woordenschat H1.4 Figuurlijk taalgebruik
Klaar?
Check of je opdracht 1 t/m 4 van 1.1, 1.2 en 1.3 hebt gemaakt en pak daarna je leesboek.
Slide 19 - Slide
Wat is het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik? Geef ook een voorbeeld van beide (= leerdoel van vandaag)
Slide 20 - Open question
Welke drie woorden (+betekenis) heb jij voor jezelf genoteerd?
Slide 21 - Open question
Wat vond je van je werkhouding in deze les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 22 - Poll
More lessons like this
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 1 Hoofdstuk 1
September 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Taalvarianten
November 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Woordenschat - Figuurlijk taalgebruik
October 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Starttaal vooraf - thema 1 - woordenschat 2
September 2024
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Woordenschat 1.4
October 2023
- Lesson with
11 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Letterlijk en figuurlijk taalgebruik 2F
December 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2,3
Woordenschat 1.4
November 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 1.4
October 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1