les 5 - 8 april 2024

les 5 - 8 april 2024
1 / 34
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

les 5 - 8 april 2024

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Au programme
  • correction des devoirs

  • révision grammaire

  • grammaire II

  • évaluer

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Révision

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Tu préfères quel gâteau? ... de ta mère? (die)

Slide 8 - Open question

uitleg: het aanwijzend voornaamwoord is zelfstandig gebruikt (het wordt gevolgd door 'de').
Het verwijst naar 'gâteau', dat is mannelijk ev (zie je aan 'quel')
Je suis amoureuse de ... garçon.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Ma petite copine? C'est ... qui porte une robe noire. (degene)

Slide 10 - Open question

uitleg: het aanwijzend voornaamwoord is zelfstandig gebruikt. Het wordt gebruikt in combinatie met een betrekkelijk voornaamwoord (qui).
'Degene' verwijst naar 'ma petite copine', dus dat is vrouwelijk enkelvoud.
Regarde ... animal!

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Cette jupe-ci me plaît, mais ... n'est pas mal non plus. (díe)

Slide 12 - Open question

uitleg: het aanwijzend voornaamwoord is zelfstandig gebruikt (er staat geen zelfstandig naamwoord achter het lege lijntje). 'jupe' is vrouwelijk (zie je al aan 'cette'), dus wordt het 'celle'.
In het eerste deel van de zin staat al 'cette jupe-ci', dus moet je -là gebruiken in je antwoord.
N'oublie pas de remplir ... formulaires.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

... ne m'intéresse pas!

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Le but


- de wederkerende werkwoorden gebruiken


- de werkwoorden conduire, dire, mettre, en prendre gebruiken

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De wederkerende werkwoorden
Wederkerende werkwoorden zijn werkwoorden waar in het Nederlands zich voor staat: zich wassen, zich vergissen, zich voelen, zich herinneren, zich zorgen maken, etc.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Veel voorkomende werkwoorden
zich douchen - se doucher
zich wassen - se laver
zich scheren - se raser
zich opmaken - se maquiller
Sommige werkwoorden zijn in het Nederlands NIET wederkerend, maar in het Frans wel!!!!
wakker worden - se réveiller
opstaan - se lever
naar bed gaan- se coucher
tandenpoetsen - se brosser les dents
wandelen - se promener

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Zich wassen

Een voorbeeld: Ik was me

Bij wederkerende werkwoorden horen de dikgedrukte woorden altijd bij elkaar. Ik en me, jij en je, hij en zich etc.


Se laver

je me lave (ik was me)
tu te laves (jij wast je)
il se lave (hij wast zich)
elle se lave (zij wast zich)
on se lave (men wast zich)
nous nous lavons (wij wassen ons)
vous vous lavez (jullie wassen jullie)
ils/elles se lavent (zij wassen zich)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

In de passé composé

vervoegen we ALLE wederkerende werkwoorden met ÊTRE

Je me suis lavé(e)
tu t'es lavé(e)

il s'est lavé

elle s'est lavée

nous nous sommes lavé(e)s
vous vous êtes lavé(e)(s)
ils se sont lavés

elles se sont lavées

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Ontkenning
Als je een wederkerend werkwoord ontkennend maakt, komt ne tussen het onderwerp en het wederkerend voornaamwoord, en pas (zoals normaal) achter de pv. 
Je ne me couche pas = ik ga niet naar bed
Je ne me suis pas couché = ik ben niet naar bed gegaan

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Elle ... (s'intéresser)

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Je ... (se laver)

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Vous ... (s'installer)

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Elle ... (se reposer, passé composé)

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Léa et Julie ... (s'amuser, ontkennend, passé composé)

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Link

This item has no instructions

au travail-
les devoirs

Je t'aime
apprendre grammaire II
faire 18 A - D





Slide 31 - Slide

This item has no instructions

de wederkerende werkwoorden gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

This item has no instructions

de werkwoorden conduire, dire, mettre, en prendre gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

This item has no instructions

au revoir! 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions