This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
7.1 Koolwaterstoffen
Wat zijn koolwaterstoffen?
Basisbegrippen uit de koolstofchemie
Slide 1 - Slide
Dit hoofdstuk
Veel kleine stukjes informatie
Schrijf mee
Samenvatting maken kan, maar dit is een onderwerp van vooral doen en veel oefenen.
Gaat over naamgeving van organische moleculen
Slide 2 - Slide
Organische chemie
Gaat over koolstofverbindingen
Zoals bijv. koolwaterstoffen: bestaan uitsluitend uit koolstofatomen en waterstofatomen.
Belangrijke bron is aardolie: behoort tot fossiele brandstoffen
Slide 3 - Slide
Aardolie
Belangrijke bron van grondstoffen voor de industrie
Ontstaat uit plantenresten die miljoenen jaren diep in de aarde onder hoge druk hebben gestaan
Bestaat alleen maar uit C- en H-atomen: koolwaterstoffen
Mengsel van verschillende stoffen: worden gescheiden door gefractioneerde destillatie
Slide 4 - Slide
Gefractioneerde destillatie
Hiermee wordt het mengsel gescheiden in verschillende fracties
Allerlei verschillende toepassingen: van benzine tot asfalt
Nafta wordt gekraakt om gebruikt te worden
Slide 5 - Slide
Kraken
Nafta bestaat nog uit grote moleculen
Kraken is het maken van kleinere moleculen uit grote moleculen
Verhitten tot 850 °C en er treedt thermolyse op
Er ontstaat etheen (C2H4)
Slide 6 - Slide
Etheen
Etheen is het monomeer, de bouwsteen waar je het polymeer polyetheen kan maken
Naam van een polymeer is de naam van het monomeer met poly- ervoor.
Slide 7 - Slide
Covalentie
Covalentie is het aantal bindingen dat een atoomsoort kan vormen
Oftewel: hoeveel streepjes dat atoomsoort om zich heen heeft.
Slide 8 - Slide
Onvertakt vs. vertakt
Onvertakt: elk C-atoom is verbonden met 1 of 2 andere C-atomen.
Vertakt: minstens 1 C-atoom dat met 3 of 4 andere C-atomen is verbonden.
Molecuulformule bij beide is C4H10, maar anders gebouwd.
we noemen dit Isomeren.
Slide 9 - Slide
Verzadigd vs. onverzadigd
Bij een verzadigd koolwaterstof zijn er uitsluitend enkele bindingen tussen de C-atomen
Bij een onverzadigd koolwaterstof zijn er 1 of meer dubbele bindingen tussen de C-atomen.
Slide 10 - Slide
Dit molecuul is ...........
A
Verzadigd
B
Onverzadigd
C
Vertakt
Slide 11 - Quiz
De covalentie van H is
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 12 - Quiz
Dit molecuul is ...........
A
Vertakt
B
Onvertakt
C
Onverzadigd
Slide 13 - Quiz
de covalentie van N is
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 14 - Quiz
Bij het kraken van Nafta
A
worden er van vertakte moleculen onvertakte moleculen gemaakt
B
worden er moleculen aan elkaar gemaakt
C
worden er moleculen kleiner gemaakt
D
vindt er een additiereactie plaats
Slide 15 - Quiz
Welke bewering is of zijn juist?
A
Een polymeer is gemaakt van monomeren
B
Een polymeer bestaat uit alleen maar koolstofatomen
C
Een polymeer is altijd onverzadigd
D
Etheen is een polymeer
Slide 16 - Quiz
Samengevat
Koolstofchemie houdt zich bezig met stoffen die koolstof bevatten (C)
Aardolie geeft verschillende fracties via gefractioneerde destillatie die je als brandstof kan gebruiken. Nafta wordt gekraakt en daarbij tot kleinere moleculen gemaakt
Etheen is belangrijk monomeer voor polymeer vormen
Covalentie is het aantal bindingen dat een atoom kan vormen, weergegeven door aantal streepjes
Koolwaterstofmoleculen kunnen vertakt of onvertakt zijn en verzadigd of onverzadigd