M1 grammatica woordsoorten NIEUW Splitsbare werkwoorden

Splitsbare werkwoorden
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Splitsbare werkwoorden

Slide 1 - Slide

Doel:
Je kunt splitsbare werkwoorden herkennen.
Je kunt splitsbare werkwoorden vervoegen.

Slide 2 - Slide

Kies het werkwoord
A
scholing
B
studeren
C
de
D
proefwerk

Slide 3 - Quiz

Kies het zelfstandig naamwoord
A
dwalen
B
een
C
overhoren
D
schaap

Slide 4 - Quiz

Een ... zegt wat iemand doet over overkomt.
A
zn
B
lw
C
ww

Slide 5 - Quiz

Instructie
Met sommige werkwoorden is wat bijzonders aan de hand: 
  • opbellen --> Ik bel mijn vriendin op.
  • uitzetten --> Hij zet de tv uit.
  • weggooien --> Juf gooit het strafwerk weg.
  • nakijken --> De leraar kijkt de toets helemaal na.

Ze worden op gesplitst: SPLITSBARE WERKWOORDEN dus!

Slide 6 - Slide

Noem één splitsbaar werkwoord

Slide 7 - Mind map

Noteer de hele vorm van het spl.ww:
Voor het feest kleed ik me snel om.

Slide 8 - Open question

Noteer de hele vorm van het spl.ww:
Edison vond in 1879 de gloeilamp uit.

Slide 9 - Open question

Noteer de hele vorm van het spl.ww:
Ik doe het proefwerk van biologie volgende week over.

Slide 10 - Open question

Noteer de hele vorm van het spl.ww:
Onze mentor windt zich altijd vreselijk op.

Slide 11 - Open question

Noteer de hele vorm van het spl.ww:
Onze mentor windt zich altijd vreselijk op.

Slide 12 - Open question

Bedenk een zin met 'uitrekenen'
je mag het woord niet splitsen!

Slide 13 - Open question

Bedenk een zin met 'uitrekenen'
je moet het woord splitsen!

Slide 14 - Open question

Vragen?

Slide 15 - Slide