bijvoeglijke bepaling en bijstelling

NEDERLANDS
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

NEDERLANDS

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Hs 4 woordenschat
nakijken

Hs 4 grammatica
Bijvoeglijke Bepaling en Bijstelling 
Uitleg en opdrachten maken

Slide 2 - Slide

De bijvoeglijke bepaling
  • De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een andere zinsdeel.
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.

De zelfverzekerde bokser | geeft | zijn jongere tegenstander | een dreun van jewelste.


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Maak de zin zo kort mogelijk door alle bijvoeglijke bepalingen weg te laten:
De fysieke, fanatieke speler gaf de verbaasde keeper nog een harde beuk.

Slide 5 - Open question

Herkennen bijv. bep. Let op:
  • Kan ook achter het zelfstandig naamwoord staan. Dan begint het vaak met voorzetsel.  Bijv. " Ik pas vandaag op de stomme hond van mijn tante."  

  • Soms: bijvoeglijke bepaling in bijvoeglijke bepaling
    Mijn oma woont in een flat bij de grote kathedraal van Parijs.


Slide 6 - Slide

Stappen

1 - Ontleed de zin.

De oude kat | is | verdwaald | in het grote bos.
          o           ng  ng (nw deel)        bwb


2 - Zoek het zelfstandig naamwoord per zinsdeel (let op: niet in alle zinsdelen zit een zelfstandig naamwoord).
                  kat                                                             bos




3 - Zoek de bijvoeglijke bepaling per zinsdeel door de volgende vraag te stellen:

Welk/wat voor + [zelfstandig naamwoord]? 
Wat voor kat? oude -> bijvoeglijke bepaling
Wat voor bos? grote -> bijvoeglijke bepaling  

Zet een golfje onder de bijv. bep.:  ~~~~~

De oude kat | is | verdwaald | in het grote bos.

Slide 7 - Slide

Maak een zin met:
Onderwerp, pv, lijdend voorwerp, 2x bijwoordelijke bepaling. (In het onderwerp en het lijdend voorwerp moet een bijvoeglijke bepaling staan!)

Slide 8 - Open question


Onze docent, mevrouw Jansen, is nogal vaak druk.
Bijstelling = mevrouw Jansen
   
In Madrid, de hoofdstad van Spanje, at ik het lekkerste ijsje ooit.
Bijst = de hoofdstad van Spanje

Slide 9 - Slide

De Bijstelling (Bijst) lijkt heel erg op een bijvoeglijke bepaling, maar is gelukkig heel gemakkelijk te herkennen.

  •  De Bijst staat altijd tussen komma’s
  •  De Bijst noemt dezelfde zaak of persoon nog een keer met andere woorden
  •  Als je een Bijst hardop leest, hoor je een andere toonhoogte
  •  De Bijst is van plaats wisselbaar met het zinsdeel waar deze bij hoort.
  •  De Bijst is geen zinsdeel, maar hoort bij een ander zinsdeel. Dat kan een Ond zijn, maar ook een ander zinsdeel, bijvoorbeeld Lv, Mw. of Bwb.

Slide 10 - Slide

Vragen?

Slide 11 - Slide

Aan de slag:
Hs 4 grammatica zinsdelen

Maken: alle opdrachten (havo: opdr. met rode ster hoeft niet)

Slide 12 - Slide

Wat is/zijn de bijvoeglijke bepaling(en)?
Het kleine meisje kreeg een lekker snoepje.

Slide 13 - Open question