3 VMBO-KGT H1 I

H1 Grammatik I
Voorzetsels met de 3e naamval + persoonlijk voornaamwoord.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H1 Grammatik I
Voorzetsels met de 3e naamval + persoonlijk voornaamwoord.

Slide 1 - Slide

Bepaalde voorzetsels zorgen ervoor dat een persoonlijk voornaamwoord van vorm verandert.
Ik ben altijd vrolijk. Met mij kun je altijd lachen.
Door het voorzetsel met verandert ik in mij.
In het Duits gebeurt dit ook! Het persoonlijk voornaamwoord verandert dan van de eerste in de derde naamval.

Slide 2 - Slide

Voorzetsels die voor een 3e naamval zorgen:
mit, nach, bei, seit, von, aus, zu
met, na, bij, sinds, van, uit, naar

Slide 3 - Slide

Persoonlijk vnmw 1e naamval

ich
du
er/es/sie
wir
ihr
sie
Sie
Persoonlijk vnmw 3e naamval

mir
dir
ihm/ihr/ihm
uns
euch
ihnen
Ihnen

Slide 4 - Slide

Dus het voorzetsel zorgt dat het persoonlijk voornaamwoord verandert van de 1e naamval in de 3e naamval:

Ich bin freundlich. Mit mir bekommt man nie ärger.
Du bist krank? Soll ich zu dir kommen?
Ihr habt viele Computerspiele. Kann ich von euch ein Paar ausleihen?

Slide 5 - Slide

Vertaal naar het Duits:
Ich fahre mit (jullie) ins Krankenhaus.
A
ihr
B
euch
C
sie
D
uns

Slide 6 - Quiz

Vertaal naar het Duits:
Der Trainer holt alles aus (mij) heraus
A
ich
B
mich
C
mir
D
dir

Slide 7 - Quiz

Vertaal naar het Duits:
Kann ich mit (u) mitfahren?
A
Sie
B
sie
C
Ihnen
D
ihnen

Slide 8 - Quiz

Vertaal naar het Duits:
Kommen wir heute Abend zu (jou)?
A
mir
B
dir
C
du
D
dich

Slide 9 - Quiz

Vertaal naar het Duits:
Telefonierst du mit (hem)?
A
er
B
ihm
C
ihn
D
dir

Slide 10 - Quiz