LE 22 A&P les 4

LE 22 A&P les 4
Epilepsie

1 / 21
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

LE 22 A&P les 4
Epilepsie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
Even herhalen
Leerdoelen
Theorie
Opdrachten
Evaluatie 
Huiswerk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

leerdoelen
Aan het einde van de les heb je kennis genomen van de ins en outs over epilepsie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Achtergrond informatie
Per jaar 6000 mensen de diagnose. 
Met een behandeling  70% aanvalsvrij.  
Actieve epilepsie (120.000 mensen) houdt in dat iemand nog aanvallen heeft, of nog medicijnen gebruikt. 
Bij mannen komt epilepsie 15% vaker voor dan bij vrouwen.

Slide 4 - Slide

Per jaar krijgen ongeveer 6000 mensen in ons land de diagnose epilepsie. Met een behandeling wordt uiteindelijk ongeveer 70% aanvalsvrij. Dit betekent dat er zo'n 120.000 mensen in Nederland zijn met actieve epilepsie. Actieve epilepsie houdt in dat iemand nog aanvallen heeft, of nog medicijnen gebruikt. Bij mannen komt epilepsie 15% vaker voor dan bij vrouwen.
Oorzaken
Optelsom van factoren
Erfelijkheid in combinatie met omgevingsfactoren

70% geen oorzaak gevonden

In de gehandicaptenzorg komt epilepsie erg veel voor. Ongeveer 30 % van de geestelijk gehandicapte bewoners van intramurale voorzieningen lijdt aan epilepsie.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opzoeken
Ga opzoek naar de verschillende oorzaken waardoor epilepsie ontstaat. 

Slide 6 - Slide

- Erfelijkheid of verhoogde aanleg kan een oorzaak zijn van epilepsie.
- een tekort aan zuurstof in de hersenen, voor of tijdens de geboorte, na hersenletsel als gevolg van een ongeval.
- Soms vindt men een afwijking in de structuur (de bouw) van het hersenweefsel zelf, maar ook van het weefsel dat de hersencellen steunt (steunweefsel) of voedt (bloedvaten).
- Epilepsie kan ontstaan als gevolg van stofwisselingsstoornissen in de hersencellen, een stofwisselingsziekte of een ontsteking van het hersenweefsel.
- Infecties, zoals hersenvliesontsteking, of een hersenabces, kunnen epilepsie veroorzaken.
- Vaataandoeningen, zoals een herseninfarct of een hersenbloeding kunnen epilepsie tot gevolg hebben.
- Chronisch overmatig alcohol- en drugsgebruik kan de hersenen beschadigen en aanleiding geven tot aanvallen.
- In enkele gevallen is een goed- of kwaadaardige hersentumor de oorzaak.
- Giftige stoffen kunnen epilepsie tot gevolg hebben. Ook het gebruik van bepaalde medicijnen, met name die in de psychiatrie worden gebruikt, kunnen aanvallen uitlokken.
- Littekenweefsel, ontstaan als gevolg van een (vroeger) doorgemaakte hersenaandoening (zoals een infectie, een hersenabces, zuurstoftekort, hersenletsel of na een tumoroperatie) kan verantwoordelijk zijn voor de epileptische aanvallen. In de rand van het litteken zitten vaak abnormaal werkende hersencellen die verantwoordelijk zijn voor de epilepsie.
Naast de bovengenoemde oorzaken kunnen ook uitlokkende factoren (triggers) een rol spelen bij het krijgen van een aanval.
Triggers
overmatig alcoholgebruik, bepaalde vormen van drugs, slaaptekort, de periode voor of na spanningen/emoties/stress, de periode voor en tijdens de menstruatie (hormonale veranderingen), lichtflitsen (bij 3-5% van de mensen met epilepsie), temperatuurswisseling zoals bij koorts, het niet innemen van de medicatie.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Indeling
Epileptische aanvallen worden ingedeeld in een classificatiesysteem bestaande uit 2 groepen. 


Slide 8 - Slide

aanvallen die uit een deel van de hersenen voortkomen, ook wel partiële epilepsie genoemd, en aanvallen waarbij de hele hersenen betrokken zijn, ook wel gegeneraliseerde aanvallen genoemd.
Opdracht
Zoek van beide groepen voorbeelden

https://www.epilepsie.nl/over-epilepsie/soorten-aanvallen

Slide 9 - Slide

partiele epilepsie bestaat uit: eenvoudige partiele epilepsie en complexe partiele epilepsie
Eenvoudige partiele epilepsie
bij bewustzijn
Motorische verschijnselen
Sensorische verschijnselen

Slide 10 - Slide

motorisch: bvb begint in de vingers en breidt uit naar arm
Sensorisch: bvb schijnwaarnemingen van licht, geluid, geur
complexe partiele epilepsie
Bewustzijn (gedeeltelijk) verstoord
Aanval begint met aura
Aanval is samengesteld (Doelloos rondlopen, smakken, gelaatskleur rood of bleek, aanval duurt > 60sec) 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

gegeneraliseerde epilepsie
absences (petit mal) 
atypische absences ( spiertrekkingen/ spierkrampen) 
aura
tonisch-clonische aanvallen ( grand mal, meest bekend) 

Slide 12 - Slide

absences op jonge leeftijd

tonisch clonisch toeval/ insult = verkrampt en schokkend. Begint vaak als partiele aanval.
Tonisch-clonische status is levensbedreigend

Slide 13 - Video

This item has no instructions

opdracht
Ga op zoek naar het antwoord op: 

wat zijn typische kenmerken van een absences?
wat zijn de 3 fases van een clonisch-tonische aanval?
Wat wordt er verstaan onder een status epilepticus?

Slide 14 - Slide

absence: kort afwezig, staart paar seconden, kleine schokjes, ogen die wegdraaien. 

aura (De persoon kan bepaalde verschijnselen ervaren zoals een opstijgend gevoel vanuit de maag, een bepaalde geur ruiken, kleuren zie)  , 

Fase 1:
tonisch: 30sec, alle spieren aanspannen, soort schreeuw, ademhaling verstoord blauw gelaat, speeksel hoopt zich op. tongbeet, HA soms onregelmatig
Fase 2: 
clonisch: 30-90sec, verslapping daarna weer aanspannen en dat wisselt elkaar af
Fase 3:
verslappingsfase: 1- enkele minuten, schokken nemen af, AH is diep en rochelend, huid bleek. Soms urineverlies en braken

status epilepticus wanneer de aanval langer dan 5 min duurt serie aanvallen die elkaar opvolgt. 

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Diagnose
Beschrijving van de aanval
Onderzoeken

Slide 16 - Slide

Onderzoeken:
- EEG
- Beeldvormend onderzoek; MRI of een CT-scan
- Aanvullende onderzoek, cardiologisch -, bloed- , urine- en neuropsychologisch onderzoek
- ECG (om uitte sluiten dat problemen met het hart een rol spelen bij de epileptische aanvallen)
- Genetisch onderzoek
- Immunologisch onderzoek
behandeling
Anti-epileptica medicijnen, 
een ketogeen dieet, 
een hersenoperatie, 
Deep Brain Stimulation (DBS) en/of Nervus Vagus Stimulatie (NVS).

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Overdosering medicatie
Traagheid
sufheid
duizeligheid
wankel op de benen staan
misselijkheid en (soms) braken.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

leerdoelen
Aan het einde van de les heb je kennis genomen van de ins en outs over epilepsie

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je vandaag geleerd over epilepsie?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions