Mening, argument en signaalwoord reden.

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

                  Ga naar:  lessonup.app             

                                          Welkom!

               Voordat de les is begonnen, zit jij al in:

• Leer jij goed luisteren naar een ander.
• Kan jij uitleggen wat het verschil is tussen een mening en een argument
• Kan jij argumenten geven bij jouw mening.
  
• Gebruik jij signaalwoorden van reden om jouw argument(en) te onderbouwen. 

     LESDOELEN

          Na de les, kan jij:

• Vorige les kort herhalen
• Energizer
• Spel: eens of oneens?
• Opdrachten
• Hoe ging het? 

Wat gaan we vandaag doen?

Herhaling:
Wat is het verschil tussen een mening en een argument?

Geef een voorbeeld van een argument:

Energizer: 

Na-apen

Spel spelen: eens of oneens?

• Waarom ben je het eens of oneens met de stelling?
• Dit leg je uit met het signaalwoordje...OMDAT

Ik ben het ermee eens dat Badr Hari op tijd is gestopt, omdat hij al niks meer heeft gewonnen sinds 2015 en hij wordt ook te oud. 

Regels van het spel:

                 STAAN=EENS                                 ZITTEN= ONEENS 

Eens of oneens? 

• Koningsdag moet verboden worden.
• Kinderen moeten op school gratis lunch krijgen. 
• Gamen is leuker als de hoofdpersonage op jou lijkt. 
• Ik vind dat alle kinderen op school alleen maar dure merken moeten dragen. 
• Reclames voor vlees moeten overal verboden worden.

Eens of oneens? 

1. Er moeten telefoonvrije dagen komen.
   
2. Docenten moeten volgverzoeken van leerlingen op social media altijd weigeren.
   
3. Er moeten aparte scholen voor jongens en meisjes komen.
   
4. Een (sport)wedstrijd moet gestopt worden zodra een speler naar de wc moet. 

Een (sport)wedstrijd moet gestopt worden zodra een speler naar de wc moet. 

Aan de slag! 

Wat?

Hoe?

Wie?

Hulp?

Tijd?

Klaar?

Ga naar lessonup.app > dan naar vakken

Maak de vragen in Lessonup.app, les feit

Even alleen in stilte

Eerste 5 minuten geen hulp

10 min (zie klok)

Je mag iets voor jezelf doen in stilte

Staat hier een feit, mening of argument?
"Omdat hij goede standpunten heeft."

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Ga naar 

Ga naar vakken: 

Ga naar home

• Kan jij uitleggen wat het verschil is tussen een mening en een feit.
• Kan jij argumenten geven bij jouw mening.
• Gebruik jij signaalwoorden van reden om jouw argument(en) te onderbouwen. 

     LESDOELEN

          Na de les, kan jij:

Geen huiswerk!

Tot de volgende les!

• Schuif alsjeblieft jouw stoel aan.
• Ga achter jouw stoel staan.
• Alles weer netjes: grond? Tafel?

Dank je wel!