What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Le passé composé avec AVOIR / 1A mardi 16-04-24
BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et
bienvenue!!
1 / 38
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
38 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et
bienvenue!!
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
In het eind van deze les:
1-
Kun je een verhaal schrijven over het afglopen weekend A1
2- Weet je hoe je de passé composé maakt .
Slide 2 - Slide
le programme
1- Expliquer le passé composé klassikaal
2-Faire ex
d page 22
3- Regarder la video et travailler avec lesson up
4- Au travail en groupe (differentieren) 5- Corriger avec votre voisin/ voisine
6- Afsluiten
Slide 3 - Slide
LE PASSÉ COMPOSÉ
Les buts:
- apprendre le passé composé
- utiliser le passé composé (carte postale)
Slide 4 - Slide
Exemples
1-
Aujourd'hui
,
je fête
mon anniversaire avec ma famille.
2
-Hier,
j'
ai
fêté
mon anniversaire avec mes parents.
Slide 5 - Slide
De werkwoorden op -ER
Slide 6 - Slide
De werkwoorden op -ER
= Ik eet een banaan
= Ik heb een banaan gegeten
Slide 7 - Slide
Wat is le passé composé?
waaroom gebruiken we le passé composé??????
Slide 8 - Slide
Wat is "le passé composé"?
De passé composé is de voltooide tegenwoordige tijd
wij gebruiken le p.c om te vertellen wat je gedaan hebt/over je weekend / iwets gebeurt.
De passé composé gaat met z'n 2!
persoonlijke voornaamwoorde
+
avoir
+
voltooid deelwoord
ex:
Ik
heb
gelopen
/ wij
hebben
gefietst / zij zijn gegaan
(je hebt iets gedaan)
Slide 9 - Slide
Voir la video
Slide 10 - Slide
Hoe maak je een passé composé?
STAPPENSCHEMA
Slide 11 - Slide
Passé composé bestaat uit:
1. een vorm van
AVOIR
(hebben)
2. een
voltooid deelwoord
(le participe passé)
Slide 12 - Slide
STAP 1
Kies voor de passé composé de juiste
vorm van
AVOIR
Slide 13 - Slide
STAP 1
Ik heb = j'ai
Jij hebt = tu as
Hij/zij/men heeft = il/elle/on a
Wij hebben = nous avons, on a
Jullie hebben / u heeft = vous avez
zij hebben = ils / elles ont
Slide 14 - Slide
Voltooid deelwoord zelf maken:
donner
donn
é
Slide 15 - Slide
Voilà! Le passé composé
WW
Passé Composé
Exemple
donner
donné
J'ai donné (ik heb gegeven)
parler
parlé
J'ai parlé (ik heb gesproken)
manger
mangé
J'ai mangé (ik heb gegeten)
timer
1:00
Slide 16 - Slide
TekstLE PROGRAMME
Qu’est-ce qu’on a appris le cours passé ? 5mn
Differentieren : 15 mn
Groupe bleu
: zelstandig werken ( je doet niet mee met de instructies faites ex 17 c,d,e,f page 24
ex 18 maakt zinnen met de werkwoorden page 24
ex 19 a,b page 24-25
Slide 17 - Slide
Differentieren : 15 mn
Groupe bleu
: zelstandig werken ( je doet niet mee met de instructies faites ex 17 c,d,e,f page 24
ex 18:
maakt zinnen met de werkwoorden
page 24
ex 19 a,b page 24-25
Slide 18 - Slide
Groupe vert
: Jullie kunnen kiezen of jullie meeluisteren met uitleg faites
ex 17 c,d,e,f page 24
ex 18 :
maakt zinnen met de werkwoorden
page 24
ex 19 a,b page 24-25
Groupe rouge
: (doet met de instructies mee ))
faites
ex 17 c,d,e,f page 24
ex 18 maakt zinnen met de werkwoorden page
24
ex 19 a,b page 24-25
Slide 19 - Slide
Au travail!
Slide 20 - Slide
Prenez vos ordis et connectez- vous à Lesson up
(jouw laptop)
Slide 21 - Slide
Le passé composé is...
A
de tegenwoordige tijd
B
de toekomende tijd
C
de verleden tijd
D
de voltooid tegenwoordige tijd
Slide 22 - Quiz
Le passé composé zegt iets over
A
nu
B
de toekomst
C
het verleden
Slide 23 - Quiz
Comment dire (ik heb gepraat ) en français:
A
je parlait
B
j'ai parlé
C
j'as parler
D
je ai parlé
Slide 24 - Quiz
Passé composé
Manger
j'ai
Parler
tu as
Danser
il a
Jouer
on a
Aimer
nous avons
mangé
parlé
dansé
joué
aimé
Slide 25 - Drag question
De passé composé bestaat uit:
A
een hulpwerkwoord
B
een voltooid deelwoord
C
een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord
D
een bijvoeglijk naamwoord
Slide 26 - Quiz
Choisis le passé composé:
A
vous avez voyagé
B
nous travailler
C
nous avons travaillons
D
nous avons travaillé
Slide 27 - Quiz
Le passé composé a combien d'éléments?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 28 - Quiz
Comment dire (Ik praat) en français:
A
je parlais
B
je parle
C
je ai parlé
D
j'ai parler
Slide 29 - Quiz
Comment dire (ik heb gepraat ) en français:
A
je parlait
B
j'ai parlé
C
j'as parler
D
je ai parlé
Slide 30 - Quiz
Daan et Jean ... joué au foot.
A
ont
B
a
C
avez
D
ai
Slide 31 - Quiz
Vous ... visité la France?
A
ont
B
a
C
avons
D
avez
Slide 32 - Quiz
Kies de juiste vorm van het hulpwerkwoord.
Tu ... habité à Nieuwegein.
A
ai
B
as
C
a
D
ont
Slide 33 - Quiz
Zet de zin in de passé composé.
Je mange du chocolat.
Slide 34 - Open question
Gezamenlijk maken en nakijken 5mn
Afsluiting 5mn
Des questions ??
Récapitulons !!!
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Travailler en groupe
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
More lessons like this
Unité 1 pc met être en akkoord
November 2023
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
MC3FA2 Chap. 3 - les 24 - 121223
December 2023
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
MC3FA2 Chap. 3 - les 26 - 191223
December 2023
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2H bloc D 24-9
September 2021
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 4: 19 septembre passé composé
September 2023
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Le passé composé
September 2024
- Lesson with
32 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Passé composé être + hh avoir (9 avril)
April 2024
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Ch. 7 D, E + H 17/5
August 2023
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1